Faillissementswet
Artikel 246
1
Indien de rechtbank van oordeel is, dat de behandeling van het verzoek tot intrekking van de surseance niet zal zijn beëindigd vóór de dag, waarop de schuldeisers krachtens artikel 215, tweede lid, worden gehoord, gelast zij, dat de griffier de schuldeisers bij brieven zal mededelen, dat dit verhoor op die dag niet zal worden gehouden.
2
Zo nodig bepaalt zij later de dag waarop dit verhoor alsnog zal plaats vinden; de schuldeisers worden door de griffier bij brieven opgeroepen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.