Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Gerechtsdeurwaarderswet

 

Artikel 37
1
Aan de behandeling en de beslissing van tuchtzaken wordt op straffe van nietigheid deelgenomen door ten minste twee leden of plaatsvervangende leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, door Onze Minister benoemd op grond van artikel 35, tweede lid, en een lid of plaatsvervangend lid, door Onze Minister benoemd op grond van artikel 35, derde lid.
2
De kamer voor gerechtsdeurwaarders neemt een tegen een gerechtsdeurwaarder gerezen bezwaar in behandeling hetzij op verzoek van Onze Minister, hetzij op een bij de kamer ingediende klacht. Een verzoek van Onze Minister of een klacht wordt schriftelijk en met redenen omkleed ingediend bij de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders. Indien de klager daarom verzoekt, is de secretaris hem behulpzaam bij het op schrift stellen van de klacht.
3
Indien de voorzitter van oordeel is dat een klacht onderscheidenlijk een verzoek vatbaar is voor minnelijke schikking, roept hij de klager onderscheidenlijk Onze Minister en de betrokken gerechtsdeurwaarder op ten einde een zodanige schikking te beproeven. Hij brengt klachten onderscheidenlijk verzoeken die niet in der minne worden opgelost ter kennis van de kamer.
4
De leden van de kamer voor gerechtsdeurwaarders kunnen zich verschonen en kunnen worden gewraakt, indien er te hunnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan waardoor in het algemeen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Titel IV van het Vierde Boek van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
a
in plaats van het openbaar ministerie en de verdachte Onze Minister, de gerechtsdeurwaarder en de klager een verzoek om wraking kunnen doen;
b
deze voordracht mondeling of schriftelijk uiterlijk bij de aanvang van de behandeling moet worden gedaan, tenzij de feiten of omstandigheden die aan het verzoek ten grondslag liggen eerst in de loop van de behandeling ontstaan of bekend worden en
c
degene die met de andere leden van de kamer voor gerechtsdeurwaarders over wraking zal beslissen, wordt aangewezen uit de niet met de behandeling van de zaak belaste leden en plaatsvervangende leden van de kamer.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •