Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Gratiewet

 

Artikel 4
1
Omtrent verzoekschriften, overeenkomstig de wettelijke voorschriften ingediend, om vermindering, verandering of kwijtschelding van straffen of maatregelen, bij beslissing van een Nederlandse strafrechter opgelegd, wordt door Onze Minister, voordat daarop wordt beschikt, het advies ingewonnen van het gerecht dat de straf of maatregel heeft opgelegd. Indien het verzoekschrift betrekking heeft op een straf waarvan de gehele of gedeeltelijke tenuitvoerlegging is gelast door een ander gerecht dan hetwelk deze heeft opgelegd, wordt, in afwijking van het voorgaande, het advies ingewonnen van het gerecht dat die tenuitvoerlegging heeft gelast. Verzoekschriften die niet bij Ons zijn ingediend worden onverwijld aan Ons voorgelegd.
2
Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gerecht dat de straf of maatregel heeft opgelegd mede aangemerkt:
a
het gerecht dat in hoger beroep een rechterlijke beslissing ten aanzien van de oplegging van straf of van een maatregel heeft bevestigd;
b
het gerecht dat een bezwaar, hem voorgelegd ingevolge artikel 35 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen, ongegrond heeft verklaard.
3
Omtrent verzoekschriften om vermindering of kwijtschelding van straffen bij rechterlijke beslissing van een buitenlandse rechter opgelegd, waarvan de tenuitvoerlegging met toepassing van artikel 43 van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen in Nederland is gelast, dan wel van gevangenisstraffen die door het Internationaal Strafhof zijn opgelegd wegens een misdrijf gericht tegen de rechtspleging van het Strafhof en waarvan de tenuitvoerlegging in Nederland geschiedt overeenkomstig artikel 67 of 68 van de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof, wordt door Onze Minister, voordat daarop wordt beschikt, het advies ingewonnen van het in genoemd artikel 43 bedoelde gerecht.
4
Het eerste, tweede en derde lid blijven buiten toepassing indien het verzoekschrift:
a
wordt ingediend binnen drie maanden nadat het vonnis of arrest waarvan gratie wordt verzocht, onherroepelijk is geworden, en geen nieuwe, na dit tijdstip opgekomen omstandigheid wordt vermeld waarvan de rechter bij diens beslissing niet reeds kennis heeft kunnen nemen, of
b
is voorafgegaan door een eerder verzoekschrift betreffende dezelfde straf of maatregel, waarop binnen een jaar voor de indiening van het tweede verzoekschrift is beschikt, tenzij in het tweede verzoekschrift een nieuwe omstandigheid wordt aangevoerd.
5
In de gevallen waarin geen toepassing wordt gegeven aan het vierde lid, onder a of b, omdat blijkt van een nieuwe omstandigheid, wordt het verzoekschrift in behandeling genomen.
6
Een verzoek om gratie terzake van door de Nederlandse strafrechter onherroepelijk opgelegde taakstraffen blijft buiten behandeling indien het is ingediend gedurende de periode dat de rechter nog niet heeft beslist op een beroepschrift van de veroordeelde tegen de beslissing van het openbaar ministerie om met toepassing van artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht de vervangende hechtenis te bevelen.
7
Indien het gerecht waarvan de rechterlijke beslissing afkomstig is, ontbonden of opgeheven is, wordt het advies ingewonnen van het gerecht waaraan de rechtsmacht is opgedragen, tevoren door dat gerecht uitgeoefend.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AU5496, Cassatie, 03431/04
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    14-03-2006
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    1. Geen denaturering. 2. Toetsing bewijsvoering in cassatie; gebruik voor bewijs van kennelijk leugenachtige verklaring; in bewijsoverwegingen betrekken van achterwege blijven verklaring. 3. Gebruik i.c. van kennelijk leugenachtige verklaringen. 4. Schakelbewijs. 5. Gedragsalternatieven in bewezenverklaring en eisen aan bewijs...
  • LJN AP2846, Hoger beroep, 2200181003
    Rechtsoort
    Straf
    Datum uitspraak
    18-06-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof 's-Gravenhage
    De rechtbank achtte vier moorden en drie pogingen tot moord bewezen. De in het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) opgenomen slachtoffers waren jonge kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar oud. De slachtoffers in het Rode Kruis Ziekenhuis en het Leyenburg Ziekenhuis waren drie bejaarde patiënten. Het hof acht, vooral op basis van toxicologisch bewijs, bewezen dat L...
  •