Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Grondwaterwet

 

Artikel 48
1
Provinciale staten zijn bevoegd bij wijze van provinciale belasting een heffing in te stellen wegens onttrekken van grondwater, ter bestrijding van de ten laste van de provincie komende kosten
a
van maatregelen, direct verband houdende met het voorkomen en tegengaan van nadelige gevolgen van onttrekkingen en infiltraties, voor zover deze kosten niet met toepassing van artikel 35 voor rekening van de vergunninghouder gebracht worden;
b
in verband met de voor het grondwaterbeheer noodzakelijke onderzoekingen;
c
in verband met het onderzoek en advies van de in artikel 37, tweede lid, bedoelde commissie van deskundigen;
d
in verband met het houden van het in artikel 13 bedoelde register;
e
in verband met de vergoeding van schade ingevolge de artikelen 34, 40 en 41, eerste lid.
2
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere voorschriften gegeven met betrekking tot de kosten welke kunnen worden aangemerkt als kosten die zijn verbonden aan de voor het grondwaterbeheer noodzakelijke onderzoekingen.
3
Aan een heffing worden onderworpen de bij de verordening aan te wijzen houders van inrichtingen, welke zijn ingeschreven in het in artikel 13 bedoelde register.
4
Als grondslag voor de heffing geldt de onttrokken hoeveelheid grondwater. Indien op grond van de vergunningvoorschriften water wordt geïnfiltreerd, wordt daarmede rekening gehouden bij het opleggen van de heffing aan de vergunninghouder.
5
Het onttrekken van grondwater ten behoeve van koude- en warmteopslag door middel van een inrichting waarbij grondwater wordt onttrokken en het water vervolgens in een gesloten systeem weer volledig wordt geïnfiltreerd in hetzelfde watervoerende pakket als waaraan het is onttrokken, in overeenstemming met de voorwaarden welke daartoe zijn gesteld in de vergunning die voor het onttrekken van grondwater en infiltreren van water ingevolge deze wet is verleend, is van de heffing vrijgesteld.
6
Het onttrekken van grondwater ten behoeve van de sanering van het grondwater is van de heffing vrijgesteld.
7
Het onttrekken van grondwater ten behoeve van landijsbanen is van de heffing vrijgesteld.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN BI1452, Hoger beroep, 07/00544
    Rechtsoort
    Belasting
    Datum uitspraak
    07-04-2009
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Hoger beroep
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Gerechtshof Arnhem
    Grondwaterbelasting. Eigenaar en aannemer hebben beiden feitelijke macht over inrichting. Keuze voor eigenaar als belastingplichtige is niet in strijd met het recht.
  •