
Loodsenwet
Artikel 40
1
Behoudens in de gevallen, als bedoeld in artikel 37, derde lid, neemt het tuchtcollege loodsen geen beslissing aangaande een ingediende klacht dan na verhoor, althans behoorlijke oproeping van de persoon over wie geklaagd is en van de klager.
2
De persoon over wie geklaagd is kan, tenzij het tuchtcollege loodsen beveelt dat hij in persoon zal verschijnen, zich ter terechtzitting doen vertegenwoordigen door een advocaat of een daartoe schriftelijk gemachtigd persoon. Hij kan zich door een raadsman doen bijstaan.
3
Het tuchtcollege loodsen kan weigeren bepaalde personen die geen advocaat zijn, als gemachtigde of als raadsman toe te laten. Bij zodanige weigering houdt het tuchtcollege loodsen de zaak tot een volgende zitting aan.
4
De persoon over wie geklaagd is en zijn raadsman worden in de gelegenheid gesteld ten minste veertien dagen voor de aanvang van het onderzoek op de terechtzitting van de processtukken kennis te nemen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.