Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Mediawet

 

Artikel 18a
1
De raad van toezicht bestaat uit een voorzitter en zes andere leden.
2
De voorzitter en de andere leden worden benoemd bij koninklijk besluit.
Ten aanzien van één van de andere leden kunnen de ondernemingsraden van de Stichting, de Programmastichting en de omroepverenigingen die een erkenning hebben verkregen gezamenlijk personen voor benoeming aanbevelen.
3
De voorzitter en de andere leden worden benoemd voor een termijn van 5 jaar. Herbenoeming voor een aansluitende periode is éénmaal mogelijk.
4
Het lidmaatschap van de raad van toezicht is onverenigbaar met:
a
het lidmaatschap van het college van omroepen;
b
het lidmaatschap van de raad van bestuur;
c
het lidmaatschap van een netredactie;
d
het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij een instelling die zendtijd heeft verkregen;
e
het lidmaatschap van een orgaan van of een dienstbetrekking bij een commerciële omroepinstelling;
f
het lidmaatschap van een van beide Kamers der Staten-Generaal, een provinciaal bestuur of een gemeentebestuur;
g
het werkzaam zijn bij een ministerie of bij een instelling, een dienst of een bedrijf, ressorterende onder de verantwoordelijkheid van een minister;
h
het hebben van financiële of andere belangen bij bedrijven of instellingen en het vervullen van nevenfuncties waardoor een goede vervulling van de functie of de handhaving van de onafhankelijkheid van het betrokken lid of van het vertrouwen daarin in het geding kan zijn.
5
De raad van toezicht kan leden van het Commissariaat voor de Media uitnodigen vergaderingen van de raad van toezicht bij te wonen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •