Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Mediawet

 

Artikel 39g
1
Het Commissariaat voor de Media wijst zendtijd voor landelijke omroep toe aan politieke partijen die bij de laatstgehouden verkiezing van de Tweede of Eerste Kamer der Staten-Generaal een of meer zetels hebben verworven.
2
Het Commissariaat voor de Media wijst zendtijd voor landelijke omroep toe aan politieke partijen die in alle kieskringen aan de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal deelnemen, alsmede aan politieke partijen die in Nederland aan de verkiezing van leden van het Europees Parlement deelnemen. In afwijking van artikel 39c, tweede lid, wordt deze zendtijd niet jaarlijks toegewezen, doch uitsluitend in een door het Commissariaat te bepalen periode, onmiddellijk voorafgaande aan de dag die in Nederland voor de desbetreffende verkiezing is vastgesteld.
3
Indien een politieke partij op grond van de artikelen 137c, d, e, f, of g, of artikel 429 quater van het Wetboek van Strafrecht, is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete, wijst het Commissariaat voor de Media, in afwijking van het eerste en tweede lid, aan deze politieke partij geen zendtijd toe gedurende een periode die ingaat op de dag waarop de veroordeling onherroepelijk is geworden. Deze periode is:
a
één jaar, bij een geldboete van minder dan € 1 125;
b
twee jaar, bij een geldboete van € 1 125 of meer, maar minder dan € 2 250;
c
drie jaar, bij een geldboete van € 2 250 of meer, maar minder dan € 3 375; en
d
vier jaar, bij een geldboete van € 3 375 of meer.
4
Indien aan de lijst van een politieke partij aan de lijst waarvan op de dag waarop de veroordeling, bedoeld in het derde lid, onherroepelijk wordt, op grond van de Kieswet geen zetels zijn toegewezen, op grond van een verkiezing die plaatsvindt binnen een periode van twee jaar na die dag één of meer zetels worden toegewezen, gaat de periode gedurende welke aan deze politieke partij geen zendtijd als bedoeld in het eerste lid wordt toegewezen, in op de dag waarop de verkiezing heeft plaatsgevonden.
5
Na een veroordeling als bedoeld in het derde lid, wordt aan de politieke partij, zo nodig in afwijking van het derde lid, onder a, in ieder geval geen zendtijd als bedoeld in het tweede lid toegewezen binnen twee jaar na de dag waarop de veroordeling onherroepelijk is geworden.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •