Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Mediawet

 

Artikel 40
1
Voor landelijke televisie-omroep door instellingen die zendtijd hebben verkregen, zijn gedurende de concessieperiode, bedoeld in artikel 30a, tweede lid, drie televisieprogrammanetten beschikbaar: TV 1, 2 en 3.
2
De programmering op de onderscheiden televisieprogrammanetten omvat onderdelen van culturele, educatieve, informatieve en verstrooiende aard en bevat in elk geval programma-onderdelen die bestaan uit nieuws en actualiteiten. De programmering richt zich tevens op programma-onderdelen of bevolkings- en leeftijdsgroepen voor zover die met betrekking tot de televisieprogrammanetten zijn aangegeven bij of krachtens het bepaalde in de artikelen 13c, 18b, tweede lid, onderdeel a, 19a, eerste lid, onderdeel e, 30a en 30b. De programmering is voorts zodanig dat op de onderscheiden televisieprogrammanetten een herkenbare programmering wordt bereikt.
3
Voor landelijke radio-omroep door instellingen die zendtijd hebben verkregen, zijn gedurende de concessieperiode, bedoeld in artikel 30a, tweede lid, vijf radioprogrammanetten beschikbaar: Radio 1, 2, 3, 4 en 5.
4
De programmering op de radioprogrammanetten omvat onderdelen van culturele, informatieve, educatieve en verstrooiende aard en bevat in elk geval programma-onderdelen die bestaan uit nieuws en actualiteiten en een gevarieerd aanbod van muziek. De programmering richt zich op programma-onderdelen en bevolkingsen leeftijdsgroepen voor zover die met betrekking tot de radioprogrammanetten zijn aangegeven bij of krachtens het bepaalde in de artikelen 13c, 18b, tweede lid, onderdeel a, 19a, eerste lid, onderdeel e, 30a en 30b. De programmering is voorts zodanig dat op de onderscheiden radioprogrammanetten een herkenbare programmering wordt bereikt.
5
De raad van bestuur draagt, met inachtneming van het coördinatiereglement, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, er zorg voor dat de op de televisie- en radioprogrammanetten uit te zenden programma-onderdelen passen binnen het kader dat bij of krachtens het bepaalde in de artikelen 13c, 18b, tweede lid, onderdeel a, 19a, eerste lid, onderdeel e, 30a, 30b, en dit artikel voor het desbetreffende programmanet wordt aangegeven.
6
Ten behoeve van de in het vijfde lid bedoelde taak bevordert de raad van bestuur dat voor de onderscheiden televisie- en radioprogrammanetten afspraken tussen de Stichting en de instellingen die zendtijd hebben verkregen voor landelijke omroep tot stand komen over de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen die betrekking hebben op het programma-aanbod en het publieksbereik op de onderscheiden programmanetten, alsmede de wederzijdse inspanningen en bijdragen ten behoeve van de programmering op de programmanetten.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •