Onteigeningswet
Artikel 20
[1.] Wanneer de verweerder buiten het Koningrijk woont, of zijne woonplaats onbekend is, wordt het geding gevoerd tegen den gevolmagtigde of bewindvoerder, indien een zoodanige binnen het Koningrijk bekend is, en, zoo ook deze onbekend is, tegen een derde, binnen het ressort der regtbank wonende, en door deze op verzoek en ten koste der onteigenende partij, te dien einde te benoemen. De alzoo benoemde kan, bij het ophouden zijner betrekking, het loon van den bewindvoerder eens afwezige, en daarenboven de gemaakte onkosten in rekening brengen.
[2.] Desniettemin is de verweerder geregtigd ten dage, in art. 23 genoemd, op de dagvaarding, aan den gevolmagtigde, bewindvoerder of door den regter benoemde gedaan, te verschijnen, in welk geval de dagvaarding als aan hem geschied wordt beschouwd en het geding tegen hem wordt gevoerd.
[3.] Is de verweerder overleden, dan vinden de bepalingen van dit artikel overeenkomstige toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AA4849, Cassatie, 1275
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
09-02-2000
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadNr. 1275 9 februari 2000 in de zaak van 1. [eiser 1], wonende te [woonplaats], in zijn hoedanigheid van derde voor [overledene], overleden te Tilburg op [overlijdingsdatum] 1995, 2. de commanditaire vennootschap Rhee-Bra c.v., gevestigd te Eindhoven, 3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bouwbedrijf [eiser 3] B...