Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Onteigeningswet

 

Artikel 50
[1.] De kosten van het proces komen ten laste van de onteigenende partij, met dien verstande echter dat ingeval aan de verweerder onderscheidenlijk een derde belanghebbende, die het aan hem ten processe gedane aanbod niet heeft aanvaard, niet meer wordt toegewezen dan hem werd aangeboden, de rechtbank de betrokkene kan veroordelen tot betaling van de kosten van het geding of van een door haar naar billijkheid te bepalen gedeelte van die kosten.
[2.] In afwijking van het bepaalde in het vorige lid komen de kosten van het proces steeds ten laste van de onteigenende partij, indien in de dagvaarding niet is vermeld welke som aan de verweerder onderscheidenlijk aan ieder der belanghebbenden, die aan de onteigenende partij bekend konden zijn, als schadeloosstelling wordt aangeboden.
[3.] Indien de rechtbank evenwel van oordeel is, dat de onteigenende partij tengevolge van gebrek aan medewerking aan de zijde van de verweerder of een derde belanghebbende voor de aanvang van het geding tot onteigening, onvoldoende gegevens ter beschikking heeft gehad tot het doen van een redelijk aanbod bij dagvaarding of aangetekende brief, of wanneer zij daartoe aanleiding vindt in de omstandigheden van het geding, kan zij de verweerder veroordelen in de kosten van het proces of, overeenkomstig het eerste lid van dit artikel, de betrokkene veroordelen tot betaling van een gedeelte van die kosten. Ingeval de som der kosten waarin een verweerder of derde belanghebbende is veroordeeld, hoger is dan die van de aan hem toegekende schadeloosstelling, kan de rechtbank de betrokkene veroordelen tot betaling van het verschil dier sommen.
[4.] Onder de kosten van het geding zijn mede begrepen kosten van rechtsbijstand of andere deskundige bijstand, die naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs door verweerders of derde belanghebbenden zijn gemaakt.
[5.] De kosten van de bekendmakingen, bedoeld in de artikelen 28, 35, 54 en 54d, komen steeds voor rekening van de onteigenende partij.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AA7497, Cassatie, 1281
    Rechtsoort
    Civiel overig
    Datum uitspraak
    14-07-2000
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Cassatie
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    Hoge Raad
    Nr. 1281 14 juli 2000 in de zaak van [eiser], wonende te Hoogland, eiser tot cassatie, incidenteel verweerder, advocaat: mr. J.W. Meijer, tegen de gemeente Amersfoort, zetelende te Amersfoort, verweerster in cassatie, incidenteel eiseres tot cassatie, advocaat: mr. D.H. de Witte. 1. Geding in feitelijke instantie 1...
  •