Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Onteigeningswet

 

Artikel 54k
[1.] Indien bij de opneming door de deskundigen, die plaats vindt volgens artikel 54j, eerste of derde lid, blijkt van het bestaan van derde belanghebbenden, die niet in de dagvaarding waren vermeld, draagt de rechtercommissaris op hun verzoek aan de onteigenende partij op om binnen een maand, op een door de rechtercommissaris aan te wijzen terechtzitting, alsnog een aanbod terzake van de schadeloosstelling aan die derde belanghebbenden te doen, mits hun hoedanigheid niet wordt betwist.
[2.] Dit aanbod geschiedt bij akte ter rolle. De rechtbank doet bij vonnis uitspraak over het toe te kennen voorschot, in elk geval binnen een maand na afloop van de termijn, bedoeld in artikel 54m. Het bedrag van het voorschot wordt bepaald op het bedrag, waarover overeenstemming blijkt te bestaan blijkens door de betrokkenen ondertekende bewijsstukken. Indien niet blijkt van deze overeenstemming bepaalt de rechtbank het voorschot op 90 ten honderd van het bij akte gedane aanbod. Zonodig stelt de rechtbank een nieuwe datum vast, waarop de nederlegging van het deskundigenrapport zal moeten plaatsvinden. De griffier draagt zorg, dat deze nieuwe datum ter kennis wordt gebracht van partijen, derde belanghebbenden en deskundigen.
[3.] Ingeval de derde belanghebbende, in het geding tussengekomen, een akte heeft genomen, houdende aanvaarding van het aanbod, bepaalt de rechtbank geen voorschot en stelt zij de schadeloosstelling voor de betrokkene vast op de som van dat aanvaarde aanbod.
[4.] De rechtbank kent slechts een voorschot, als bedoeld in het tweede lid, toe, indien de betrokken belanghebbende heeft aangetoond, dat het vonnis, waarbij overeenkomstig artikel 54i de onteigening is uitgesproken, in de openbare registers is ingeschreven. Is dit vonnis niet binnen de in artikel 54m bedoelde termijn ingeschreven, dan wijst de rechtbank het verzoek af. Tenzij blijkt uit het proces-verbaal van de opneming door de deskundigen, dat de betrokkene afstand heeft gedaan van het recht op zekerheidstelling, bepaalt de rechtbank overeenkomstig artikel 54i de som als zekerheid voor de voldoening der schadeloosstelling. Tevens stelt zij de wijze vast waarop de zekerheidstelling zal plaats vinden.
[5.] Ingeval echter de rechtercommissaris de zaak daarvoor vatbaar acht en de onteigenende partij of derde belanghebbende daartegen geen bezwaar heeft, bepaalt de rechtercommissaris zelf het bedrag van het voorschot tijdens de opneming door de deskundigen, na dezen mondeling te hebben gehoord. Eveneens stelt hij in dat geval na de deskundigen mondeling te hebben gehoord voor de betrokkene de som vast als zekerheid voor de voldoening der schadeloosstelling, tenzij de betrokkene afstand van het recht op zekerheidstelling doet. Indien geen afstand van het recht op zekerheidstelling is gedaan, bepaalt hij tevens de wijze waarop de zekerheidstelling zal plaatsvinden. De onteigenende partij is slechts gehouden tot betaling van het ingevolge dit lid toegekende voorschot, nadat het vonnis, bedoeld in artikel 54i, binnen de in artikel 54m, eerste lid, bedoelde termijn is ingeschreven in de openbare registers. Het proces-verbaal van de opneming levert een voor tenuitvoerlegging vatbare titel op; tot tenuitvoerlegging kan slechts gedurende een tijdvak van een maand na afloop van de in artikel 54m, eerste lid, genoemde termijn worden overgegaan.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •