Overleveringswet
Artikel 19
Een opgeëiste persoon wiens bewaring overeenkomstig artikel 18 is bevolen, wordt - behoudens de mogelijkheid van verdere vrijheidsbeneming uit anderen hoofde - in vrijheid gesteld:
a
zodra zulks door de rechtbank, de rechter-commissaris of de officier van justitie, ambtshalve of op verzoek van de opgeëiste persoon of diens raadsman, wordt gelast;
b
zodra de bewaring twintig dagen heeft geduurd en het Europees aanhoudingsbevel nog niet is ontvangen.
• B. Aanhouding
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.