Overleveringswet
Artikel 67
1
In gevallen waarin de overlevering is geweigerd, kan de rechtbank, op verzoek van de opgeëiste persoon, hem een vergoeding ten laste van de Staat toekennen voor de schade die hij heeft geleden ten gevolge van vrijheidsbeneming, bevolen krachtens deze wet. Onder schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. De artikelen 89, derde, vierde en zesde lid, en 90, 91 en 93 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.
2
In gevallen als bedoeld in het eerste lid vinden de artikelen 591 en 591a van het Wetboek van Strafvordering overeenkomstige toepassing op vergoeding van kosten en schaden voor de opgeëiste persoon of diens erfgenamen. In de plaats van het in die artikelen bedoelde gerecht treedt de rechtbank.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.