Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Pensioenwet

 

Artikel 104 Bescherming leden pensioenfondsbestuur, deelnemersraad en verantwoordingsorgaan
1
De werkgever draagt er zorg voor dat de werknemers die staan of gestaan hebben op een kandidatenlijst voor de deelnemersraad of het verantwoordingsorgaan alsmede de leden en de gewezen leden van het pensioenfondsbestuur, de deelnemersraad of het verantwoordingsorgaan niet uit hoofde van hun kandidaatstelling voor of hun lidmaatschap van het pensioenfondsbestuur, de deelnemersraad of het verantwoordingsorgaan worden benadeeld in hun positie als werknemer.
2
Indien het pensioenfonds in zijn hoedanigheid als werkgever aan de deelnemersraad of het verantwoordingsorgaan een secretaris heeft toegevoegd is het eerste lid op die secretaris van overeenkomstige toepassing.
3
Op degene die het initiatief neemt of heeft genomen tot het instellen van een deelnemersraad is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.
4
De deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en een werknemer als bedoeld in het eerste tot en met derde lid kunnen de kantonrechter verzoeken te bepalen dat de werkgever gevolg dient te geven aan hetgeen in deze leden is bepaald.
5
De werkgever kan de arbeidsovereenkomst niet opzeggen met de werknemer die lid is van een bestuur van een pensioenfonds, een deelnemersraad of van een verantwoordingsorgaan. Indien de werkgever aan een pensioenfonds, deelnemersraad of een verantwoordingsorgaan een secretaris heeft toegevoegd, is de eerste volzin op die secretaris van overeenkomstige toepassing.
6
De werkgever kan zonder voorafgaande toestemming van de kantonrechter de arbeidsovereenkomst niet opzeggen met een werknemer die geplaatst is op een kandidatenlijst voor een bestuur van een pensioenfonds, een deelnemersraad of een verantwoordingsorgaan of die korter dan twee jaar geleden lid is geweest van een bestuur van een pensioenfonds, een deelnemersraad of een verantwoordingsorgaan.
7
De toestemming van de kantonrechter wordt gevraagd bij verzoekschrift. De kantonrechter verleent de toestemming slechts indien de werkgever aannemelijk heeft gemaakt dat opzegging geen verband houdt met een omstandigheid als bedoeld in het eerste lid. Van de uitspraak staat geen hoger beroep of beroep in cassatie open.
8
Ten aanzien van personen die krachtens publiekrechtelijke aanstelling bij de werkgever werkzaam zijn, treedt een andere sector van de rechtbank in de plaats van de kantonrechter.
9
Het vijfde tot en met achtste lid zijn niet van toepassing bij een opzegging gedurende de proeftijd, wegens een dringende reden, indien de werknemer schriftelijk met de opzegging instemt of indien de opzegging geschiedt wegens de beƫindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van het onderdeel van de onderneming, waarin de werknemer uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •