Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Pensioenwet

 

Artikel 208 Verstrekking aan anderen
1
De toezichthouder kan, in afwijking van artikel 204, eerste lid, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de hem ingevolge deze wet opgedragen taak, verstrekken aan:
a
een accountant die het onderzoek naar de staten uitvoert, bedoeld in artikel 147, vijfde lid, of die is belast met de wettelijke controle van de jaarrekening van een pensioenuitvoerder, voorzover de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen betrekking hebben op die pensioenuitvoerder en noodzakelijk zijn voor de controle; of
b
een actuaris die het onderzoek naar de staten uitvoert, bedoeld in artikel 147, vierde lid, of die is belast met de wettelijke controle van een pensioenuitvoerder, voorzover de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen betrekking hebben op die pensioenuitvoerder en noodzakelijk zijn voor de controle.
2
De toezichthouder verstrekt geen vertrouwelijke gegevens of inlichtingen op grond van het eerste lid indien:
a
het doel waarvoor de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen zullen worden gebruikt onvoldoende bepaald is;
b
het beoogde gebruik van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen niet past in het kader van het toezicht op pensioenuitvoerders;
c
de verstrekking van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen zich niet zou verdragen met de Nederlandse wet of de openbare orde;
d
de geheimhouding van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen niet in voldoende mate is gewaarborgd;
e
de verstrekking van de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen redelijkerwijs in strijd is of zou kunnen komen met de belangen die deze wet beoogt te beschermen; of
f
onvoldoende is gewaarborgd dat de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen niet zullen worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor deze worden verstrekt.
3
Voorzover de gegevens of inlichtingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verkregen van een toezichthoudende instantie, verstrekt de toezichthouder deze niet aan de andere toezichthouder of aan een andere toezichthoudende instantie, tenzij de toezichthoudende instantie waarvan de gegevens of inlichtingen zijn verkregen uitdrukkelijk heeft ingestemd met de verstrekking van de gegevens of inlichtingen en in voorkomend geval heeft ingestemd met het gebruik voor een ander doel dan waarvoor de gegevens of inlichtingen zijn verstrekt.
4
Indien een instantie of persoon als bedoeld in het eerste lid aan de toezichthouder die de vertrouwelijke gegevens of inlichtingen op grond van dat lid heeft verstrekt, verzoekt om die vertrouwelijke gegevens of inlichtingen te mogen gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij zijn verstrekt, willigt de toezichthouder dat verzoek slechts in:
a
indien het beoogde gebruik niet in strijd is met het eerste, tweede of derde lid; of
b
voorzover die instantie of persoon op een andere wijze dan in deze wet voorzien met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke procedures voor dat andere doel de beschikking over die gegevens of inlichtingen zou kunnen verkrijgen; en
c
na overleg met Onze Minister van Justitie indien het in de aanhef bedoelde verzoek betrekking heeft op een onderzoek naar strafbare feiten.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •