Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Provinciewet

 

Artikel 217
1
Provinciale staten stellen bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Deze verordening waarborgt dat de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de inrichting van de financiële organisatie wordt getoetst.
2
Provinciale staten wijzen een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, belast met de controle van de in artikel 201 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen.
3
De accountantsverklaring geeft op grond van de uitgevoerde controle aan of:
a
de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en de samenstelling van het vermogen;
b
de baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen;
c
de jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 190 en
d
het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is.
4
Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval bevindingen over:
a
de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en
b
onrechtmatigheden in de jaarrekening.
5
De accountant zendt de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen aan provinciale staten en een afschrift daarvan aan gedeputeerde staten.
6
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaglegging omtrent de accountantscontrole, bedoeld in het tweede lid.
7
Accountants als bedoeld in het tweede lid kunnen in provinciale dienst worden aangesteld en worden in dat geval door provinciale staten benoemd, geschorst en ontslagen.
8
Indien provinciale staten op grond van het tweede lid accountants heeft aangewezen die in provinciale dienst zijn aangesteld, is:
a
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 25, 25a en 27 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op deze accountants;
b
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 14, 18, 19, 20 en 21 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de provincie; en
c
het bepaalde bij en krachtens de artikelen 15 en 16 van de Wet toezicht accountantsorganisaties van overeenkomstige toepassing op de personen die de dagelijkse leiding hebben over het onderdeel van de provincie waarbij de in de aanhef bedoelde accountants werkzaam zijn.
9
Indien een provincie wordt aangewezen als organisatie van openbaar belang als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Wet toezicht accountantsorganisaties, zijn de artikelen 22 tot en met 24 van die wet van overeenkomstige toepassing op deze provincie.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • LJN AR8279, Eerste aanleg - meervoudig, AWB 02/1870 en 02/1871
    Rechtsoort
    Bestuursrecht overig
    Datum uitspraak
    21-10-2004
    Status
    gepubliceerd
    Soort procedure
    Eerste aanleg - meervoudig
    Instantie
    gepubliceerd
    Rechtsoort
    College van Beroep voor het bedrijfsleven
    Wet op de Registeraccountants Raad van tucht Den Haag
  •