Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Provinciewet

 

Artikel 222
1
Er kunnen provinciale opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting worden geheven van de in de provincie wonende of gevestigde houders van personenauto?s en motorrijwielen, bedoeld in artikel 2, onderdelen b en d, en artikel 3 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en van degenen op wier naam een kenteken als bedoeld in artikel 62 van die wet is gesteld.
2
Het aantal opcenten bedraagt voor de belastingtijdvakken die na 31 maart 1997 aanvangen ten hoogste 66,4.
3
Voor de berekening van het aan opcenten verschuldigde bedrag wordt uitgegaan van het tarief van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 zoals dat geldt op 1 april 1995, met dien verstande dat:
a
dit tarief voor motorrijwielen wordt vermenigvuldigd met het tarief zoals dat luidt op 1 april 2007 gedeeld door het tarief zoals dat luidde op 31 maart 2007;
b
dit tarief voor motorrijtuigen, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen b, c en f, en artikel 23a, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, wordt gedeeld door vier;
c
dit tarief voor motorrijtuigen, bedoeld in artikel 23a, tweede lid, en artikel 23b van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, wordt gedeeld door twee; en
d
buiten beschouwing blijven de verhoging van de belasting, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van die wet en de vermindering van de belasting, bedoeld in de artikelen 28 en 68 van die wet.
4
Het in het tweede lid genoemde aantal opcenten wordt jaarlijks aangepast aan de hand van het vierjaarlijks voortschrijdend gemiddelde van de gerealiseerde nominale ontwikkeling van het nationaal inkomen. Onze Minister van Financiën bepaalt jaarlijks vóór 1 juli van enig jaar, in overeenstemming met Onze Minister, het aantal opcenten dat de provincies ten hoogste kunnen heffen in de periode die aanvangt op 1 april nadien. Dit aantal wordt naar boven afgerond op één decimaal.
5
Het aantal opcenten is voor alle motorrijtuigen, bedoeld in het eerste lid, gelijk.
6
Onze Minister van Financiën verstrekt de provinciale besturen jaarlijks vóór 1 september een naar soort, gewichtsklasse en aantal gespecificeerd overzicht van de motorrijtuigen, bedoeld in het eerste lid. Het overzicht wordt opgesteld naar de toestand per 1 juli van het lopende jaar.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •