Provinciewet
Artikel 227b
1
Het college van gedeputeerde staten kan bepalen dat voor de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 voor de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar een andere provincieambtenaar in de plaats treedt.
2
De colleges van gedeputeerde staten van twee of meer provincies kunnen met betrekking tot een of meer provinciale belastingen bepalen dat ambtenaren van een van die provincies worden aangewezen als:
a
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaar van die provincies voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van provinciale belastingen;
b
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van die provincies voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van provinciale belastingen;
c
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel d, bedoelde ambtenaren van die provincies voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van provinciale belastingen;
d
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel e, bedoelde ambtenaar van die provincies, voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van provinciale belastingen.
3
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het college van gedeputeerde staten van de provincie waarvan de ambtenaar belast met de invordering van provinciale belastingen op grond van het tweede lid, onderdeel b, wordt aangewezen.
4
Indien voor de heffing of de invordering van provinciale belastingen een gemeenschappelijke regeling is getroffen en bij die regeling een openbaar lichaam is ingesteld, kan bij of krachtens die regeling worden bepaald dat een daartoe aangewezen ambtenaar van dat openbare lichaam wordt aangewezen als:
a
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel b, bedoelde ambtenaar van de provincie voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing van provinciale belastingen;
b
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel c, bedoelde ambtenaar van de provincie voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van provinciale belastingen;
c
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel d, bedoelde ambtenaren van de provincie voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing of de invordering van provinciale belastingen;
d
de in artikel 227a, tweede lid, onderdeel e, bedoelde ambtenaar van de provincie voor de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de invordering van provinciale belastingen.
5
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam waarvan een ambtenaar op grond van het vierde lid, onderdeel b, wordt aangewezen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.