Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Rijkswet houdende bepalingen inzake de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie van straffen of maatregelen, opgelegd door instanties belast met de militaire strafrechtspraak

 

Rijkswet van 17 december 1987, houdende bepalingen inzake de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie van straffen of maatregelen, opgelegd door instanties belast met de militaire strafrechtspraak
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat in verband met de vaststelling van een Gratiewet het noodzakelijk is tevens voorzieningen te treffen met het oog op de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie van straffen of maatregelen, opgelegd door instanties belast met de militaire strafrechtspraak;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1
Op de behandeling van en beschikking op verzoekschriften om vermindering, verandering of kwijtschelding van straffen of maatregelen, bij beslissing van een ingevolge de Wet militaire strafrechtspraak bevoegde rechter opgelegd, zijn de bepalingen van de Gratiewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat daarbij wordt verstaan onder Onze Minister: de Minister van Justitie van Nederland en onder Nederlandse strafrechter: elke ingevolge eerstgenoemde wet met de militaire strafrechtspraak belaste rechter.

Artikel 2
Zolang de Wet militaire strafrechtspraak niet in werking is getreden, zijn de bepalingen van de Gratiewet van overeenkomstige toepassing op de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om vermindering, verandering of kwijtschelding van straffen of maatregelen bij beslissing van de militaire rechter opgelegd, met dien verstande, dat onder openbaar ministerie worden begrepen de ambtenaren belast met de vervolging van strafbare feiten begaan door aan de rechtsmacht van de militaire rechter onderworpen personen.

Artikel 3
Deze Rijkswet treedt in werking op 1 januari 1988 of op een eerder bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 17 december 1987
Beatrix
De Minister van Justitie,
f
Korthals Altes
De Staatssecretaris van Justitie,
v
N. M. Korte-van Hemel
Uitgegeven de negenentwintigste december 1987
De Minister van Justitie,
f
Korthals Altes