Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Rijkswet houdende goedkeuring Verdrag tot oprichting van het Internationaal Instituut voor democratie en verkiezingsondersteuning

 

Rijkswet van 4 september 1997, houdende goedkeuring van het op 27 februari 1995 te Stockholm tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van het Internationaal Instituut voor democratie en verkiezingsondersteuning (Trb. 1995, 257)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het op 27 februari 1995 te Stockholm tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van het Internationaal Instituut voor democratie en verkiezingsondersteuning ingevolge artikel 91, eerste lid, van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal behoeft, alvorens het Koninkrijk daaraan kan worden gebonden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze.

Artikel 1
Het op 27 februari 1995 te Stockholm tot stand gekomen Verdrag tot oprichting van het Internationaal Instituut voor democratie en verkiezingsondersteuning, waarvan de Engelse tekst en de vertaling in het Nederlands zijn geplaatst in Tractatenblad 1995, 257, wordt goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk.

Artikel 2
De goedkeuring door de Staten-Generaal van wijzigingen van het in artikel 1 genoemde Verdrag is niet vereist, indien de in het tweede lid van artikel XV ervan genoemde kennisgeving door tweederde van de verdragsstaten - andere dan het Koninkrijk - is gedaan.

Artikel 3
Deze rijkswet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoerig de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 4 september 1997
Beatrix
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, J. P. Pronk
De Minister van Buitenlandse Zaken, H. A. F. M. O. van Mierlo
Uitgegeven de achttiende september 1997
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager