Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Schepenwet

 

Artikel 9
1
De kapitein is verplicht om:
a
het roercommando in rechtstreekschen zin te bezigen en te doen bezigen;
b
gedurende de reis alles wat tot de uitrusting van het schip behoort in deugdelijken staat en voor onmiddellijk gebruik gereed te houden, voor zoover zulks is voorgeschreven de openingen binnen en buiten boord gesloten te houden, de voorgeschreven appèls en oefeningen te houden en ook overigens aan alle krachtens de artikelen 3a, eerste lid, 4 en 11, tweede lid, gestelde eisen en voorschriften te voldoen;
c
indien gedurende de reis aan het schip, de machinerieën of de uitrusting gebreken blijken, zooveel mogelijk deze gebreken te doen herstellen;
d
den diepgang van het schip telkens na het innemen van lading en van brandstoffen op te nemen en zorg te dragen, dat het schip geen geringer vrijboord krijgt dan blijkens de afgegeven certificaten is toegestaan;
e
maatregelen te nemen ter voorkoming van misbruik van het internationale noodsein en van het gebruik van seinen, welke met een internationaal noodsein kunnen worden verward;
f
hulp te verleenen aan in nood verkeerende schepen en vliegtuigen en bij het vragen van hulp zich te gedragen naar de daaromtrent gegeven voorschriften;
g
zorg te dragen dat de voorschriften voor de radiowacht, alsmede die betreffende het waarschuwen omtrent de gevaren ter zee, worden nageleefd;
h
naar gelang der zaak in het scheepsdagboek of in het machinedagboek te doen opteekenen, wat ter voldoening aan de onder b tot en met g opgelegde verplichtingen is geschied;
i
zorg te dragen dat de benodigde certificaten te allen tijde aan boord aanwezig zijn en dat schepelingen deze of afschriften daarvan steeds kunnen inzien;
k
zorg te dragen, dat de met betrekking tot oorlog of oorlogsgevaar gegeven voorschriften worden nageleefd;
l
zorg te dragen, dat de met betrekking tot het vervoer van lading gegeven voorschriften worden nageleefd.
2
De kapitein is verplicht voor het behoorlijk bijhouden van de dagboeken zorg te dragen. Hij zal telkenmale na volbrachte reis, dan wel periodiek of na het verlaten van het schip, inzage geven aan en afschrift laten nemen door of namens het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, terwijl hij voorts verplicht is steeds op eerste aanvrage inzage van de dagboeken te geven aan de in artikel 63 bedoelde ambtenaren. Hij is bovendien verplicht bij binnenkomst in een Nederlandse haven of een haven van de Nederlandse Antillen of van Aruba aan Scheepvaartinspectie kennis te geven van de op de afgelopen reis voorgekomen averijen en ongevallen; het overleggen der dagboeken, onder verwijzing naar de aantekening omtrent de averij of het ongeval, wordt als zodanige kennisgeving beschouwd.
3
In het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, is de kapitein voorts verplicht om bij het aandoen van de eerste haven in het ontbrekende te voorzien, voor zoover dit noodzakelijk is om de veiligheid van het schip en van de opvarenden te verzekeren.
4
Bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de in de voorgaande leden van dit artikel genoemde verplichtingen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •