Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Spoorwegwet

 

Artikel 93
1
Onze Minister wijst de instanties aan die zijn belast met:
a
de beoordeling van de conformiteit of van de geschiktheid voor gebruik als bedoeld in de artikelen 13 van de richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG en de afgifte van de bijbehorende EG-verklaringen van conformiteit of geschiktheid voor gebruik als bedoeld in de artikelen 10 van deze richtlijnen;
b
de goedkeuring als bedoeld in de artikelen 18 van de richtlijnen 96/48/EG en 2001/16/EG en de afgifte van de bijbehorende EG-keuringsverklaringen als bedoeld in de artikelen 16 van deze richtlijnen;
c
de afgifte van goedkeuringscertificaten als bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel c;
d
de afgifte van goedkeuringscertificaten als bedoeld in artikel 36, eerste lid;
e
het onderzoek, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderdeel c.
2
De instanties, de directeur en het personeel daarvan voldoen ten minste aan de toepasselijke eisen, neergelegd in bijlage VII van richtlijn 96/48/EG, respectievelijk richtlijn 2001/16/EG, en aan de bij ministeriƫle regeling vastgestelde eisen.
3
Aan de aanwijzing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
4
De instanties verrichten hun werkzaamheden met inachtneming van de toepasselijke bepalingen in bijlage VI van richtlijn 96/48/EG respectievelijk richtlijn 2001/16/EG en het Besluit nr. 93/465/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 juli 1993 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming (PbEG L 220).
5
De instanties stellen na elk onderzoek een onderzoekscertificaat op, in voorkomend geval met vermelding van de geldigheidsduur en van de voorwaarden waaronder het geldig is.
6
Onze Minister trekt de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, in indien de betrokken instantie niet langer voldoet aan de toepasselijke eisen van bijlage VII van de desbetreffende richtlijn. Onze Minister kan de aanwijzing intrekken, indien de betrokken instantie niet langer voldoet aan bijlage VI van de desbetreffende richtlijn of de bij ministeriƫle regeling vastgestelde eisen, bedoeld in het tweede lid.
7
Onze Minister doet mededeling van een aanwijzing of van een intrekking van een aanwijzing door kennisgeving in de Staatscourant.
? 9 [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •