Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Telecommunicatiewet

 

Artikel 4.10
1
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat een aanbieder van een bij die maatregel aan te wijzen categorie van openbare elektronische communicatiediensten verplicht is degene die op grond van een met hem gesloten overeenkomst die elektronische communicatiedienst afneemt:
a
de mogelijkheid te bieden het in het kader van de afgenomen elektronische communicatiedienst bij hem in gebruik zijnde nummer te blijven gebruiken na beëindiging van de levering van de dienst in het geval de beëindiging van de levering plaatsvindt ten gevolge van een rechtsgeldige beëindiging van de overeenkomst;
b
de mogelijkheid te bieden het in het kader van de afgenomen elektronische communicatiedienst bij hem in gebruik zijnde nummer te blijven gebruiken indien hij binnen een bepaald gebied van adres verandert, of
c
de mogelijkheid te bieden het in het kader van de afgenomen elektronische communicatiedienst bij hem in gebruik zijnde nummer te blijven gebruiken indien hij er voor kiest een andere bij die maatregel aan te wijzen elektronische communicatiedienst af te nemen.
2
Een aanbieder van krachtens het eerste lid aangewezen categorie van elektronische communicatiediensten op wie een verplichting als bedoeld in dat lid, onderdeel a, rust, is tevens verplicht aan degene met wie hij overeenkomt de desbetreffende elektronische communicatiedienst te leveren de mogelijkheid te bieden het voorheen in het kader van die dienst bij diegene in gebruik zijnde nummer te blijven gebruiken.
3
Bij een verplichting opgelegd, krachtens het eerste lid, onderdeel a, gaat:
a
in het geval het betreffende nummer is toegekend aan een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk en voor de betreffende openbare elektronische communicatiedienst voortaan het openbare elektronisch communicatienetwerk van een andere aanbieder wordt gebruikt, de toekenning van het betreffende nummer over op die andere aanbieder van dat netwerk;
b
in het geval het betreffende nummer is toegekend aan de aanbieder van de betreffende openbare elektronische communicatiedienst, de toekenning van het betreffende nummer over op degene van wie de betreffende elektronische communicatiedienst voortaan wordt afgenomen.
4
Het college kan categorieën van nummers aanwijzen waarvoor geldt dat, in het geval een nummer uit die categorie na een overgang op grond van het derde lid niet langer in gebruik is, de toekenning van het nummer teruggaat naar de aanbieder aan wie het nummer op basis van een aanvraag was toegekend.
5
Een aanbieder die een nummer behorende tot een door het college op grond van het vierde lid aangewezen categorie niet heeft toegekend gekregen op grond van een aanvraag doet, indien hij het nummer niet langer in gebruik heeft, hiervan mededeling aan het college. Na ontvangst van de in de vorige zin bedoelde mededeling stelt het college de aanbieder naar wie de toekenning van het nummer op grond van het vierde lid is teruggegaan hiervan op de hoogte.
6
De in het derde lid bedoelde aanbieders stellen het college binnen een door het college te bepalen termijn en op een door het college te bepalen wijze op de hoogte van de toekenningen van nummers die in een door het college te bepalen periode op grond van het derde lid van hen op andere aanbieders zijn overgegaan, alsmede van de toekenningen van nummers die op grond van het derde lid van andere aanbieders op hen zijn overgegaan. Het college maakt de door hem bepaalde termijn, wijze en periode, bedoeld in de eerste volzin, bekend in de Staatscourant.
7
Een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk waarover een krachtens het eerste lid aangewezen categorie van openbare elektronische communicatiediensten wordt verzorgd:
a
zorgt ervoor dat zijn netwerk zodanig is ingericht dat een aanbieder van die dienst een krachtens het eerste lid opgelegde verplichting kan nakomen, en
b
stelt voor interconnectie verband houdende met een krachtens het eerste lid opgelegde verplichting een kostengeoriënteerd tarief vast.
8
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de doorberekening van kosten van een krachtens het eerste lid opgelegde verplichting aan eindgebruikers.
9
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot een krachtens het eerste lid opgelegde verplichting.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •