Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Toeslagenwet

 

Artikel 15
1
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen betaalt de toeslag, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een maand nadat het recht op die toeslag is vastgesteld.
2
De bepalingen die gelden voor de loondervingsuitkering ter zake van het verschuldigd zijn van premie, van de heffing en invordering van premie, zoals deze zijn opgenomen in de Wet financiering sociale verzekeringen en ter zake van het verschuldigd zijn van inkomensafhankelijke bijdrage, van de heffing en invordering van inkomensafhankelijke bijdrage, zoals deze zijn opgenomen in de Zorgverzekeringswet, zijn op de toeslag die op de loondervingsuitkering wordt verleend, van overeenkomstige toepassing.
3
De betaling van de toeslag geschiedt, voor zoveel mogelijk, in dezelfde termijnen als die waarin de betaling van de loondervingsuitkering geschiedt.
4
Zoveel mogelijk wordt de toeslag betaald samen met de loondervingsuitkering in één bedrag dan wel wordt de toeslag betaald aan de werkgever met toepassing van artikel 10, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 11, derde lid, van de Ziektewet of artikel 11, tweede lid, van de Werkloosheidswet.
5
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen schort de betaling van de toeslag op of schorst de betaling, indien het op grond van duidelijke aanwijzingen van oordeel is of het gegronde vermoeden heeft, dat:
a
het recht op toeslag niet of niet meer bestaat;
b
recht op een lagere toeslag bestaat, of
c
degene die aanspraak maakt op toeslag, zijn echtgenoot dan wel de persoon aan wie of de instelling aan welke ingevolge artikel 22 toeslag wordt uitbetaald, een verplichting als bedoeld in de artikelen 12 en 13 niet is nagekomen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •