Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Verenwet

 

Artikel 19
1
Door Onzen Minister voornoemd met de uitvoering van Ons besluit of door Gedeputeerde Staten wordt kennis gegeven:
a
dat tot opheffing van het door aanwijzing der eindpunten van het veer te omschrijven veerrecht tegen schadeloosstelling zal worden overgegaan;
b
dat zij, die aanspraak maken op het veerrecht of het vruchtgebruik daarvan, vóór eenen bij de kennisgeving te bepalen dag schriftelijk van een en ander aangifte moeten doen aan Onzen Commissaris in de provincie, waarin het veer is gelegen.
2
De kennisgeving wordt geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant en in een nieuwsblad van de gemeente of van een der gemeenten, waarin het veer is gelegen, en bij gebreke van dien in dat van een naburige gemeente.
3
Tusschen de kennisgeving en den dag vóór welken de aangifte moet geschieden, moet een tijdruimte van ten minste drie maanden worden gelaten.
4
Is het veer in meer dan een provincie gelegen, dan wordt Onze Commissaris in één dier provinciën bij Ons besluit of bij het besluit van de Gedeputeerde Staten van betrokken provincies aangewezen om de aangifte in ontvangst te nemen, en wordt die aanwijzing in de kennisgeving vermeld.
5
Onze Commissaris teekent den dag van ontvangst op de aangifte aan en geeft een gedagteekend bewijs van ontvangst af.
6
Een exemplaar van het nummer van de Nederlandsche Staatscourant, waarin de kennisgeving is opgenomen, wordt uitgereikt aan den persoon of een der personen, die het veer bedienen, en toegezonden aan de gerechtigden tot het veerrecht, voor zooveel deze bekend zijn.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •