Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg

 

Wet van 10 april 2008, houdende regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de zorgsector het burgerservicenummer te gebruiken teneinde te waarborgen dat verwerkte persoonsgegevens op de betrokken cliënt betrekking hebben;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b
zorg:
1
zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2
vorm van hulp voor de kosten waarvan een subsidie wordt verstrekt op grond van artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of artikel 68 van de Zorgverzekeringswet;
3
jeugdgezondheidszorg als omschreven bij of krachtens de Wet publieke gezondheid;
4
handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;één en ander met inbegrip van de financiële afwikkeling;
c
zorgaanbieder:
1
zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen;
2
degene die in een register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg staat ingeschreven of die een beroep uitoefent waarvan de opleiding krachtens artikel 34, eerste lid, van die wet is geregeld of aangewezen, en die zijn beroep uitoefent anders dan in het kader van een instelling als bedoeld in artikel 1 van de Kwaliteitswet zorginstellingen;
d
indicatieorgaan:
1
indicatieorgaan als bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2
stichting als bedoeld in artikel 9b, vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
e
zorgverzekeraar:
1
zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;
2
zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Zorgverzekeringswet;
3
verzekeringsonderneming als bedoeld in de eerste richtlijn schadeverzekering voor zover deze verzekeringen aanbiedt of uitvoert krachtens welke het verzekerde risico de behoefte aan zorg is waarop bij of krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten geen aanspraak bestaat en waarbij de verzekerde prestaties het bij of krachtens de Zorgverzekeringswet geregelde te boven gaat;
f
cliënt: degene aan wie zorg wordt verleend, voor wie zorg wordt geïndiceerd of voor wie zorg wordt verzekerd;
g
burgerservicenummer: burgerservicenummer als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer;
h
eerste richtlijn schadeverzekering: richtlijn nr. 73/239/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 1973 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de toegang tot het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche en de uitoefening daarvan (PbEG L 228).

Artikel 2
1
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat daarbij aan te wijzen artikelen van deze wet niet gelden voor bepaalde vormen van zorg, categorieën van zorgaanbieders, categorieën van indicatieorganen of categorieën van zorgverzekeraars.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen handelingen die rechtstreeks verband houden met zorg, worden aangewezen als zorg in de zin van deze wet, waarbij uitvoerders of verzekeraars van die handelingen kunnen worden aangewezen als zorgaanbieders onderscheidenlijk zorgverzekeraars in de zin van deze wet.

Artikel 3
Indien het betreft een zorgaanbieder waarbij natuurlijke personen of rechtspersonen gezamenlijk een organisatorisch verband vormen dat strekt tot de verlening van zorg, richten de uit deze wet voortvloeiende verplichtingen zich tot ieder van die personen.

Hoofdstuk 2. Gebruik burgerservicenummer

Artikel 4 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 5 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 6 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 7 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 8 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 9 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 10
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald aan welke beveiligingseisen de gegevensverwerking, bedoeld in de artikelen 8 en 9, voldoet.

Artikel 11
1
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over door zorgaanbieders te verwerken feiten of gegevens met betrekking tot cliënten van wie het vaststellen van de identiteit of het burgerservicenummer onmogelijk blijkt of een onevenredige inspanning kost.
2
Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald aan welke beveiligingseisen de gegevensverwerking, bedoeld in het eerste lid, voldoet.

Artikel 12 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Artikel 13 [Treedt in werking per 01-06-2009]

Hoofdstuk 3. Registers

Artikel 14
1
Er worden ingesteld een register van zorgaanbieders, een register van indicatieorganen en een register van zorgverzekeraars waarin onderscheidenlijk een zorgaanbieder, een indicatieorgaan en een zorgverzekeraar op hun verzoek worden opgenomen teneinde gebruik te kunnen maken van de voorzieningen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
2
Elk register wordt ingesteld en beheerd door Onze Minister of een door Onze Minister aangewezen instelling.

Artikel 15
1
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het opnemen, wijzigen en verwijderen van gegevens in onderscheidenlijk uit de in artikel 14 bedoelde registers van zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars, alsmede over het beheer van de registers, in ieder geval wat betreft de beveiliging van persoonsgegevens en het toezicht op het functioneren van de registers.
2
Bij de maatregel, bedoeld in het eerste lid, kunnen bijdragen van de zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars worden verlangd in de kosten van de registers.
3
De beheerder van een register als bedoeld in artikel 14 verschaft aan een in het register ingeschreven zorgaanbieder, indicatieorganen en zorgverzekeraar op diens verzoek een middel waarmee deze ten behoeve van de raadpleging, bedoeld in artikel 7, eerste lid, toegang kan krijgen tot de voorzieningen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
4
De beheerder kan voor het middel een vergoeding verlangen.
5
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de kenmerken, de aanvraag, de productie, de verstrekking, het beheer, de beveiliging, het gebruik en de intrekking van alsmede de vergoeding voor het middel.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 16
De zorgaanbieder verstrekt op verzoek aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 86, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 8, eerste lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen kosteloos alle inlichtingen en gegevens, waaronder persoonsgegevens als bedoeld in de Wet bescherming persoonsgegevens, die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van de eerstgenoemde wetten voor wat betreft het gebruik van het burgerservicenummer.

Artikel 17
1
Onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld ten aanzien van:
a
de wijze en het tijdstip waarop burgerservicenummers van personen die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet cliënt zijn van een zorgaanbieder, een indicatieorgaan of een zorgverzekeraar, aan deze ter beschikking worden gesteld;
b
de wijze waarop de zorgaanbieder, het indicatieorgaan en de zorgverzekeraar de identiteit en het burgerservicenummer vaststellen van de cliënten, bedoeld onder a;
c
de verwerking van persoonsnummers van de cliënten, bedoeld onder a, waarover de zorgaanbieder, het indicatieorgaan en de zorgverzekeraar op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschikken.
2
Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende categorieën cliënten, zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars.
3
Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, kan worden afgeweken van de bepalingen in deze wet, de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet omtrent het gebruik van het burgerservicenummer alsmede omtrent het vaststellen van de identiteit en het burgerservicenummer van cliënten.

Artikel 17a
1
Vooruitlopend op de inwerkingtreding van een wettelijke verplichting tot gebruik van het burgerservicenummer kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat daarbij aan te wijzen categorieën zorgaanbieders, indicatieorganen of zorgverzekeraars voor daarbij aan te wijzen vormen van zorg gedurende een daarbij aan te wijzen periode het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer van een cliënt mogen gebruiken.
2
Op het gebruik van het burgerservicenummer op grond van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, is het gestelde bij of krachtens deze wet, de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Zorgverzekeringswet omtrent het gebruik van het burgerservicenummer, met inbegrip van de beveiliging, de geheimhouding, het toezicht en de handhaving, alsmede omtrent het vaststellen van de identiteit en het burgerservicenummer van cliënten van toepassing met dien verstande dat:
a
ingevolge die toepassing een bevoegdheid in plaats van een verplichting ontstaat tot het gebruik van het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer;
b
het gestelde omtrent het vaststellen van de identiteit en het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer, slechts van toepassing is ten aanzien van cliënten waarvan dat nummer wordt gebruikt;
c
de zorgaanbieder, het indicatieorgaan en de zorgverzekeraar worden aangemerkt als gebruiker in de zin van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.

Artikel 17b
De voordracht voor een krachtens deze wet vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Artikel 18
[Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.]

Artikel 19
[Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.]

Artikel 20
[Wijzigt de Wet toelating zorginstellingen.]

Artikel 21
[Wijzigt de Zorgverzekeringswet.]

Artikel 22
[Wijzigt deze wet.]

Artikel 23
[Wijzigt de Wet marktordening gezondheidszorg.]

Artikel 24
[Wijzigt de Wet maatschappelijke ondersteuning.]

Artikel 25
Deze wet wordt aangehaald als: Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg.

Artikel 26
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan alsmede voor verschillende vormen van zorg en categorieën van zorgaanbieders, indicatieorganen en zorgverzekeraars verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 10 april 2008
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , A. Klink
Uitgegeven de twintigste mei 2008
De Minister van Justitie ,
e
M. H. Hirsch Ballin