
Wet inzake de geldtransactiekantoren
Artikel 29 
1
 De bevoegdheid een bestuurlijke boete op te leggen vervalt drie jaren na de dag waarop de overtreding is begaan. 
2
 De termijn, bedoeld in het eerste lid, wordt gestuit door de bekendmaking van de beschikking waarbij een bestuurlijke boete wordt opgelegd. 
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
 - Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
 

