Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken

 

Wet van 17 juni 2004, houdende regels ter vergroting van de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van de rechtszekerheid ten aanzien van onroerende zaken, de toegankelijkheid van overheidsinformatie en een goede vervulling van publiekrechtelijke taken, de kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroerende zaken te vergroten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1
Algemene bepalingen

Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
publiekrechtelijke beperking:
1
beperking van de bevoegdheid tot gebruik van of beschikking over een onroerende zaak of een recht waaraan die zaak is onderworpen, niet zijnde een privaatrechtelijke beperking,
2
schuldplichtigheid die rust op een onroerende zaak of een recht waaraan die zaak is onderworpen;
b
beperkingenbesluit:
1
op grond van artikel 2 aangewezen schriftelijke publiekrechtelijke rechtshandeling waaruit een publiekrechtelijke beperking voortvloeit dan wel waarbij deze wordt gewijzigd of komt te vervallen;
2
een melding aan het bevoegd gezag van een voornemen tot sanering als bedoeld in artikel 28 juncto artikel 39b van de Wet bodembescherming, tenzij de melding betrekking heeft op bodem onder oppervlaktewater die eigendom is van een publiekrechtelijke rechtspersoon;
3
een mededeling van een adviesaanvraag door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Monumentenwet 1988 betreffende de aanwijzing van een binnen het grondgebied van een gemeente gelegen onroerend monument als beschermd monument;
4
een afschrift van een inschrijving door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van een als beschermd monument aangewezen onroerend monument in het register, bedoeld in artikel 6, eerste lid, of artikel 7, vierde lid, van de Monumentenwet 1988;
5
een schriftelijke handeling, niet zijnde een besluit, van een bestuursorgaan van een provincie of gemeente op grond van een provinciale respectievelijk gemeentelijke verordening, waardoor, voordat op grond van die verordening een besluit tot aanwijzing van een onroerende zaak als beschermd monument is genomen, op die onroerende zaak de in de betreffende verordening opgenomen bepalingen ten aanzien van krachtens die verordening aangewezen beschermde monumenten van overeenkomstige toepassing worden;
6
een afschrift van een inschrijving op dan wel in een provinciale of gemeentelijke monumentenlijst respectievelijk een provinciaal of gemeentelijk monumentenregister door een bestuursorgaan van een provincie of gemeente van een besluit tot aanwijzing van een onroerende zaak als beschermd monument, indien door die inschrijving de in de betreffende provinciale of gemeentelijke verordening opgenomen bepalingen ten aanzien van krachtens die verordening aangewezen beschermde monumenten rechtstreeks van toepassing worden;
c
gemeentelijk beperkingenregister: openbaar gemeentelijk register waarin een beperkingenbesluit van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt ingeschreven;
d
gemeentelijke beperkingenregistratie: openbare gemeentelijke registratie die gegevens omtrent in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluiten bevat;
e
openbare registers: openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;
f
basisregistratie kadaster: basisregistratie kadaster als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Kadasterwet;
g
Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;
h
persoonsgegeven: persoonsgegeven als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 2
1
Bij algemene maatregel van bestuur worden in het belang van een doelmatige kenbaarheid van publiekrechtelijke beperkingen categorieën van beperkingenbesluiten als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1°, aangewezen, waarop deze wet van toepassing is.
2
De aanwijzing kan bij ministeriële regeling plaatsvinden indien het betreft beperkingenbesluiten die worden vastgesteld op grond van een verordening van respectievelijk een gemeente, waterschap of provincie als bedoeld in respectievelijk artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 56, eerste lid, van de Waterschapswet of artikel 145 van de Provinciewet.
3
Tenzij bij de in het eerste of tweede lid bedoelde aanwijzing anders is bepaald, behoren tot de aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten mede die beperkingenbesluiten die dezelfde publiekrechtelijke beperkingen hebben doen ontstaan als de tot de aangewezen categorieën behorende beperkingenbesluiten en als wettelijke grondslag hebben een inmiddels gewijzigde of vervallen wet, waarvan de werking ten aanzien van de op die wet gebaseerde beperkingenbesluiten ingevolge een latere wet is geëerbiedigd.
4
Tot de aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten behoren verder mede die beperkingenbesluiten waarbij een publiekrechtelijke beperking die is voortgevloeid uit een beperkingenbesluit als vermeld in een aangewezen categorie, wordt gewijzigd of komt te vervallen. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op de beperkingenbesluiten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2° tot en met 6°.
5
Bij de in het eerste of tweede lid bedoelde aanwijzing kan ten aanzien van een categorie van beperkingenbesluiten onderscheid worden gemaakt naar:
a
de vorm waarin een beperkingenbesluit beschikbaar is,
b
de aard van het object waarop een beperkingenbesluit betrekking heeft,
c
de periode gedurende welke een beperkingenbesluit van kracht is,
d
de kring van personen jegens wie een beperkingenbesluit geldt.

Artikel 3
1
In het gemeentelijke beperkingenregister worden ingeschreven een beperkingenbesluit van een bestuursorgaan van de desbetreffende gemeente, van het bestuur van een openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin de desbetreffende gemeente deelneemt of van een gemeenschappelijk orgaan in laatstbedoelde zin, alsmede een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, indien daarbij het beperkingenbesluit wordt herroepen, vernietigd, ingetrokken of gewijzigd.
2
In de openbare registers worden ingeschreven een beperkingenbesluit van een ander bestuursorgaan dan een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid, niet zijnde een beslissing in administratief beroep als bedoeld in het eerste lid, alsmede een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, indien daarbij het beperkingenbesluit wordt herroepen, vernietigd, ingetrokken of gewijzigd.
3
Ingeschreven wordt het origineel dan wel een gewaarmerkt afschrift van een beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak.
2
Gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen

Artikel 4
1
Voorzover burgemeester en wethouders ter uitvoering van deze wet persoonsgegevens verwerken, doen zij dat uitsluitend ten behoeve van de doeleinden waarin deze wet voorziet.
2
Ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn burgemeester en wethouders verantwoordelijke in de zin van artikel 1, eerste lid, onder d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.
3
Burgemeester en wethouders verwerken geen persoonsgegevens als bedoeld in het eerste lid in verband met de totstandbrenging of de instandhouding van een directe relatie tussen de verantwoordelijke of een derde en degene op wie zodanige persoonsgegevens betrekking hebben met het oog op werving voor commerciële of charitatieve doelen.

Artikel 5
1
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het houden van een gemeentelijk beperkingenregister en een gemeentelijke beperkingenregistratie.
2
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van het gemeentelijke beperkingenregister regels worden gegeven met betrekking tot:
a
de vorm en inrichting van het register,
b
de wijze waarop de kadastrale aanduiding van een onroerende zaak of zaken kenbaar wordt gemaakt op een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,
c
de wijze waarop een aantekening als bedoeld in artikel 7, tweede lid, kenbaar wordt gemaakt op een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven met betrekking tot de gevallen waarin en de wijze waarop andere aantekeningen dan die, bedoeld in het tweede lid, onder c, kenbaar worden gemaakt op een beperkingenbesluit, een beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid.
4
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels omtrent de uitvoering van de in het tweede en derde lid genoemde onderwerpen worden gegeven.

Artikel 6
1
In de gemeentelijke beperkingenregistratie worden ten minste de volgende gegevens opgenomen:
a
een korte aanduiding van de aard en inhoud van een publiekrechtelijke beperking,
b
het tijdstip van inwerkingtreding van het desbetreffende beperkingenbesluit of van het van kracht worden van een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel het tijdstip van inschrijving van een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,
c
het nummer waaronder het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of de rechterlijke uitspraak, dan wel de vervallenverklaring, bedoeld in artikel 7, vierde lid, in het gemeentelijke beperkingenregister is ingeschreven, en
d
de kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken waarop het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel de vervallenverklaring, bedoeld in artikel 7, vierde lid, betrekking heeft.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven met betrekking tot de vorm en inrichting van de gemeentelijke beperkingenregistratie en de daarin op te nemen soorten gegevens.

Artikel 7
1
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt voorzien van de kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop deze betrekking heeft en wordt ingeschreven in het gemeentelijke beperkingenregister.
2
De inschrijving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door op het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of de rechterlijke uitspraak, een aantekening te plaatsen en het tijdstip van inschrijving te vermelden.
3
De inschrijving, bedoeld in het eerste lid, geschiedt:
a
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1°, binnen vier dagen na de dag van bekendmaking van het beperkingenbesluit;
b
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, binnen vier dagen na de dag waarop burgemeester en wethouders het beperkingenbesluit hebben ontvangen;
c
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 5°, binnen vier dagen na de dag waarop het beperkingenbesluit is verzonden of van het beperkingenbesluit kennisgeving is gedaan;
d
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6°, binnen vier dagen na de dag waarop de inschrijving van het besluit tot aanwijzing van een onroerende zaak als beschermd monument heeft plaatsgevonden;
e
bij een op een beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, binnen vier dagen na de dag waarop burgemeester en wethouders een gewaarmerkt afschrift daarvan hebben ontvangen.
4
Indien een publiekrechtelijke beperking die voortvloeit uit een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit onherroepelijk en anders dan ten gevolge van een beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak is vervallen, dragen burgemeester en wethouders er zorg voor dat binnen vier dagen na de dag waarop dit bij hen bekend is geworden en met overeenkomstige toepassing van het eerste en tweede lid een verklaring met betrekking tot dat vervallen wordt ingeschreven in dat register.

Artikel 8
1
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het bijhouden van de gemeentelijke beperkingenregistratie in geval van:
a
inschrijving van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 7, eerste lid,
b
inschrijving van een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,
c
door de Dienst op de voet van artikel 104 van de Kadasterwet verstrekte gegevens aangaande wijzigingen van de kadastrale aanduiding van de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen onroerende zaak of zaken ten aanzien waarvan een publiekrechtelijke beperking van kracht is, en
d
herstel van een fout als bedoeld in artikel 11, eerste lid, dan wel een daartoe strekkende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak.
2
De in artikel 7, derde lid, genoemde termijnen zijn van toepassing op het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder a en d.
3
De in artikel 7, vierde lid, genoemde termijn is van toepassing op het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder b.
4
Het bijhouden als bedoeld in het eerste lid, onder c, geschiedt binnen vier weken na de dag waarop een gemeente de daar bedoelde gegevens heeft ontvangen.
5
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gegeven met betrekking tot het bijhouden als bedoeld in dit artikel.

Artikel 9
1
Op verzoek verlenen burgemeester en wethouders aan eenieder kosteloos inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie. Tevens verstrekken zij op verzoek:
a
een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van een in het gemeentelijke beperkingenregister ingeschreven beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid,
b
een gewaarmerkt afschrift of uittreksel van in de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen gegevens, of
c
een schriftelijke verklaring dat er blijkens de in de gemeentelijkebeperkingenregistratie opgenomen gegevens geen publiekrechtelijke beperking van kracht is ten aanzien van de daarbij aangegeven onroerende zaak of zaken.
2
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven met betrekking tot:
a
de inzage in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie, en
b
de vorm en wijze van het verstrekken van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in het eerste lid.
3
Voor het verstrekken van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in het eerste lid kan overeenkomstig artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet, een recht worden geheven.
4
Artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens is niet van toepassing op persoonsgegevens opgenomen in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie.

Artikel 10
1
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de in artikel 6 bedoelde gegevens door middel van een daartoe strekkende landelijke voorziening op zodanige wijze beschikbaar worden gehouden voor de Dienst dat deze de betreffende gegevens te allen tijde langs elektronische weg kan ophalen en raadplegen.
2
Op verzoek verleent de Dienst aan eenieder met betrekking tot van kracht zijnde publiekrechtelijke beperkingen inzage in de in artikel 6 bedoelde gegevens door deze op te halen uit de landelijke voorziening, bedoeld in het eerste lid.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven met betrekking tot het berichtenverkeer met de landelijke voorziening, bedoeld in het eerste lid. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen tevens regels worden gegeven omtrent het verlenen van inzage, bedoeld in het tweede lid.

Artikel 10a
1
De Dienst beheert de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 10, eerste lid. Dit beheer geschiedt in overleg met een representatieve vertegenwoordiging van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
2
De uitkomsten van het overleg, bedoeld in het eerste lid, worden voorgelegd aan Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, indien dit door de Dienst of de vertegenwoordiging van burgemeester en wethouders van de gemeenten bij het overleg noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 11
1
Burgemeester en wethouders dragen ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende zorg voor het herstel van een fout, gemaakt bij:
a
de inschrijving van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, in het gemeentelijke beperkingenregister, of
b
het bijhouden van de gemeentelijke beperkingenregistratie.
2
Een verzoek tot herstel van een fout als bedoeld in het eerste lid bevat de redenen voor dat verzoek en zo mogelijk de aan te brengen wijzigingen.
3
Binnen vier weken na de dag van ontvangst van een verzoek als bedoeld in het eerste lid beslissen burgemeester en wethouders op het verzoek. Zij delen hun beslissing schriftelijk mede aan de verzoeker en aan andere belanghebbenden. Deze beslissing geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
4
In geval van een ambtshalve herstel als bedoeld in het eerste lid delen burgemeester en wethouders dit schriftelijk mede aan een belanghebbende. Deze mededeling geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
5
Artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens is van toepassing voorzover het herstel van een fout als bedoeld in het eerste lid leidt tot verbetering, aanvulling of verwijdering van persoonsgegevens.

Artikel 12
1
Een betrokkene als bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet bescherming persoonsgegevens kan met het oog op de bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer burgemeester en wethouders verzoeken de hem betreffende, in het gemeentelijke beperkingenregister en de gemeentelijke beperkingenregistratie opgenomen persoonsgegevens af te schermen.
2
Ten aanzien van een verzoek als bedoeld in het eerste lid is artikel 11, tweede, derde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van een betrokkene als bedoeld in het eerste lid nadere regels worden gegeven met betrekking tot de wijze waarop persoonsgegevens overeenkomstig dat lid worden afgeschermd.

Artikel 13
1
Een gemeente is aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt doordat:
a
de inschrijving van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, dan wel een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 7, vierde lid, in het gemeentelijke beperkingenregister, dan wel
b
het opnemen van gegevens daaromtrent in de gemeentelijke beperkingenregistratie,
in strijd met deze wet en de daarop berustende bepalingen heeft plaatsgehad dan wel is nagelaten.
2
Een gemeente is voorts aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door alle verdere vergissingen, verzuimen, vertragingen of andere onregelmatigheden, door haar of door personen voor wier gedragingen zij aansprakelijk is, begaan bij:
a
het houden of bijhouden van het gemeentelijke beperkingenregister, onderscheidenlijk de gemeentelijke beperkingenregistratie,
b
het verlenen van inzage en het opmaken en verstrekken van een afschrift, uittreksel of verklaring als bedoeld in artikel 9, eerste lid, dan wel
c
het beschikbaar houden van gegevens voor de Dienst, bedoeld in artikel 10, eerste lid.
3
Andere dan gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen

Artikel 14
Op de inschrijving in de openbare registers van een beperkingenbesluit, een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en een vervallenverklaring als bedoeld in artikel 15, derde lid, zijn de artikelen 24, eerste lid, en 26 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing.

Artikel 15
1
Het bestuursorgaan dat een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, heeft vastgesteld dan wel Onze Minister die het aangaat, indien een beperkingenbesluit een algemeen verbindend voorschrift in een wet of algemene maatregel van bestuur is, draagt er zorg voor dat het beperkingenbesluit dan wel een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak wordt voorzien van de kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop deze betrekking heeft en ter inschrijving in de openbare registers aan de Dienst wordt aangeboden.
2
Het ter inschrijving aanbieden, bedoeld in het eerste lid, geschiedt:
a
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 1°, binnen vier dagen na de dag van bekendmaking van het beperkingenbesluit;
b
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 2°, binnen vier dagen na de dag waarop dat bestuursorgaan het beperkingenbesluit heeft ontvangen;
c
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 3°, binnen vier dagen na de dag waarop het beperkingenbesluit is verzonden;
d
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 4°, binnen vier dagen na de dag waarop de inschrijving door Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de aanwijzing van een onroerend monument als beschermd monument in het register, bedoeld in artikel 6, eerste lid, of artikel 7, vierde lid, van de Monumentenwet 1988, heeft plaatsgevonden;
e
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 5°, binnen vier dagen na de dag waarop het beperkingenbesluit is verzonden of van het beperkingenbesluit kennisgeving is gedaan;
f
bij een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6°, binnen vier dagen na de dag waarop de inschrijving van het besluit tot aanwijzing van een onroerende zaak als beschermd monument heeft plaatsgevonden;
g
bij een op een beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, binnen vier dagen na de dag waarop het bestuursorgaan een gewaarmerkt afschrift daarvan heeft ontvangen.
3
Indien een publiekrechtelijke beperking die voortvloeit uit een in de openbare registers ingeschreven beperkingenbesluit onherroepelijk en anders dan ten gevolge van een beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak is vervallen, biedt het bestuursorgaan, bedoeld in het eerste lid, binnen vier dagen na de dag waarop dit bij hem bekend is geworden en met overeenkomstige toepassing van het eerste lid, de Dienst ter inschrijving in de openbare registers een verklaring met betrekking tot het vervallen van die beperking aan.

Artikel 15a
Met het oog op de kenbaarheid van de in de basisregistratie kadaster opgenomen gegevens van beperkingenbesluiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, en daarop betrekking hebbende beslissingen in administratief beroep en rechterlijke uitspraken, alsmede van vervallenverklaringen als bedoeld in artikel 15, derde lid, verlenen burgemeester en wethouders op verzoek ten kantore van de gemeente aan eenieder inzage in de basisregistratie kadaster door middel van een aansluiting op die registratie.

Artikel 16
1
Onverminderd het bepaalde bij of krachtens een andere wet dan deze wet verstrekt de Dienst periodiek aan een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 15, eerste lid, een overzicht van wijzigingen in de kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop een door dat bestuursorgaan op grond van artikel 15, eerste lid, ter inschrijving in de openbare registers aangeboden beperkingenbesluit of een daarop betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak betrekking heeft, voorzover deze documenten de grondslag vormen voor een van kracht zijnde publiekrechtelijke beperking. Deze verstrekking is kosteloos.
2
Een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid dat een overzicht als bedoeld in dat lid ontvangt, doet binnen vier weken na de dag van ontvangst opgave aan de Dienst van de geactualiseerde kadastrale aanduidingen van de onroerende zaak of zaken waarop een beperkingenbesluit, beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak dan wel vervallenverklaring als bedoeld in dat lid betrekking heeft.
3
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gegeven met betrekking tot:
a
de gevallen waarin een overzicht als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt,
b
de frequentie van het verstrekken van een overzicht als bedoeld in het eerste lid,
c
het doen van een opgave als bedoeld in het tweede lid alsmede de vorm daarvan.

Artikel 17
De rechtspersoon waartoe het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 15, eerste lid, behoort, is aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door vergissingen, verzuimen, vertragingen of andere onregelmatigheden, door hem of door personen voor wier gedragingen hij aansprakelijk is begaan bij de nakoming van de bij of krachtens artikel 15, eerste tot en met derde lid, en artikel 16, tweede en derde lid, aan dat bestuursorgaan opgedragen verplichtingen.
4
Overgangsrecht en slotbepalingen

Artikel 17a
1
Een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, eerste lid, dat dateert van voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet en de grondslag vormt voor een op dat tijdstip van kracht zijnde publiekrechtelijke beperking, alsmede een op dat beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, worden binnen twee jaren na dat tijdstip ingeschreven overeenkomstig artikel 7, eerste en tweede lid. De inschrijving mag achterwege blijven indien de betreffende publiekrechtelijke beperking voordien ophoudt van kracht te zijn.
2
Ingeschreven worden de in het eerste lid bedoelde documenten dan wel een opgave van die documenten, die ten minste inhoudt een door burgemeester en wethouders vastgestelde lijst met de volgende gegevens:
a
een korte aanduiding van de aard en inhoud van de publiekrechtelijke beperking;
b
de actuele kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken waarop het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak betrekking heeft.
3
Op verzoek van burgemeester en wethouders verleent de Dienst medewerking aan de uitvoering van het eerste lid, voorzover het betreft beperkingenbesluiten alsmede daarop betrekking hebbende beslissingen in administratief beroep of rechterlijke uitspraken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet zijn ingeschreven in de openbare registers.
4
Burgemeester en wethouders melden schriftelijk aan de Dienst het tijdstip waarop de inschrijving van de in het derde lid bedoelde documenten is voltooid. Na ontvangst van deze melding vindt met bekwame spoed bijhouding plaats van de basisregistratie kadaster als bedoeld in hoofdstuk 4, titel 1, van de Kadasterwet, in zoverre dat in elk geval de vermeldingen van de korte aanduiding van de betreffende publiekrechtelijke beperkingen vervallen.

Artikel 17b
1
Een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, tweede lid, dat dateert van voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet en de grondslag vormt voor een op dat tijdstip van kracht zijnde publiekrechtelijke beperking, alsmede een op dat beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, worden binnen twee jaren na dat tijdstip aan de Dienst ter inschrijving aangeboden overeenkomstig artikel 15, eerste lid. Het aanbieden ter inschrijving mag achterwege blijven indien de betreffende publiekrechtelijke beperking voordien ophoudt van kracht te zijn.
2
In afwijking van het eerste lid worden de in dat lid bedoelde beperkingenbesluiten ingeschreven overeenkomstig artikel 7, eerste en tweede lid, voorzover het betreft beperkingenbesluiten krachtens de Wet bodembescherming die zijn genomen door een orgaan van een provincie en nadien een gemeente of plusregio als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen met de betreffende provincie is gelijkgesteld bij of krachtens artikel 88 van de Wet bodembescherming. Artikel 17a, vierde lid, is op de inschrijving van deze beperkingenbesluiten van overeenkomstige toepassing.
3
Ter inschrijving aangeboden worden de in het eerste lid bedoelde documenten dan wel een opgave van die documenten, die ten minste inhoudt een door het betreffende bestuursorgaan vastgestelde lijst met de volgende gegevens:
a
een korte aanduiding van de aard en inhoud van de publiekrechtelijke beperking;
b
de actuele kadastrale aanduiding van de onroerende zaak of zaken waarop het beperkingenbesluit, de beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak betrekking heeft.
4
Beperkingenbesluiten als bedoeld in artikel 3, tweede lid, alsmede daarop betrekking hebbende beslissingen in administratief beroep of rechterlijke uitspraken, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet zijn ingeschreven in de openbare registers, gelden met ingang van dat tijdstip als ingeschreven in die registers overeenkomstig deze wet.

Artikel 17c
De inschrijving van een beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, eerste of tweede lid, dat dateert van voor het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet en de grondslag vormt voor een op dat tijdstip niet meer van kracht zijnde publiekrechtelijke beperking, alsmede een op dat beperkingenbesluit betrekking hebbende beslissing in administratief beroep of rechterlijke uitspraak, blijft achterwege.

Artikel 17d
Op de schending van verplichtingen krachtens deze wet ten aanzien van beperkingenbesluiten als bedoeld in de artikelen 17a, 17b en 17c is artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.

Artikel 18
Deze wet treedt in werking op een bij wet te bepalen tijdstip.

Artikel 19
Deze wet wordt aangehaald als: Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 17 juni 2004
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner
Uitgegeven de vijftiende juli 2004
De Minister van Justitie ,
j
P. H. Donner