Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet nadere voorzieningen met betrekking tot tijdstip met ingang waarvan waterschapsomslagen kunnen worden geheven

 

Wet van 18 december 1991, houdende nadere voorzieningen met betrekking tot het tijdstip met ingang waarvan waterschapsomslagen kunnen worden geheven
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere voorzieningen te treffen met betrekking tot het tijdstip met ingang waarvan waterschapsomslagen kunnen worden geheven indien tegen de goedkeuring van de desbetreffende belastingverordening beroep op de Kroon open staat of is ingesteld;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1
Het dagelijks bestuur van een waterschap is bevoegd aanslagen in omslagen op te leggen vanaf het tijdstip waarop gedeputeerde staten de door het algemeen bestuur vastgestelde belastingverordening waarop die aanslagen berusten, hebben goedgekeurd en die verordening in werking is getreden.

Artikel 2
Tegen de heffing van omslagen door het waterschap zijn bezwaar en beroep als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) niet toegelaten op grond van de omstandigheid dat beroep op de Kroon open staat of is ingesteld tegen de goedkeuring van de desbetreffende belastingverordening.

Artikel 3
1
Vóór de inwerkingtreding van deze wet opgelegde aanslagen in omslagen, die berusten op een belastingverordening tegen de goedkeuring waarvan beroep op de Kroon open staat of is ingesteld, worden aangemerkt als bevoegdelijk opgelegde aanslagen.
2
De in het eerste lid bedoelde aanslagen ten aanzien waarvan vóór de inwerkingreding van deze wet op bezwaar of beroep een beslissing is genomen, worden aangemerkt als bevoegdelijk opgelegde aanslagen tot de bedragen waarop die aanslagen ingevolge die beslissing zijn vastgesteld.

Artikel 4
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 1991
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
j
R. H. Maij-Weggen
Uitgegeven de zestiende januari 1992
De Minister van Justitie a.i.,
c
I. Dales