
Wet op het consumentenkrediet
Artikel 42
1
Indien de kredietnemer binnen veertien dagen nadat hij de zaak heeft afgegeven het totale op het tijdstip van inlossing achterstallige bedrag, benevens de vergoeding, bedoeld in artikel 34, onder b , betaalt, wordt de zaak door de kredietgever teruggegeven.
2
Door de in het eerste lid bedoelde betaling wordt de ontbinding van de tot de krediettransactie behorende overeenkomsten ongedaan gemaakt.
3
Bij herhaalde afgifte van de zaak behoeft deze door de kredietgever slechts te worden teruggegeven na betaling door de kredietnemer van het in het eerste lid bedoelde bedrag, benevens het restant van de kredietsom, alsmede de bedongen kredietvergoeding, voor zover toegelaten ingevolge artikel 35, met dien verstande, dat bij een doorlopende krediettransactie in plaats van het restant van de kredietsom het restant van de in artikel 40, tweede lid, eerste volzin, bedoelde aflossingen moet worden betaald; de tweede volzin van dat lid vindt overeenkomstige toepassing.
4
Indien de kredietgever een redelijk belang heeft bij weigering van de teruggave, kan de rechter bepalen dat het eerste lid buiten toepassing blijft.
5
Van de bepalingen van dit artikel kan door partijen slechts ten voordele van de kredietnemer worden afgeweken.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.