Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet vaststelling Wet Nationale ombudsman

 

Wet van 4 februari 1981, houdende instelling van het ambt van Nationale ombudsman en wijziging van een aantal wetten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er behoefte bestaat aan een bijzondere voorziening tot onderzoek van de wijze waarop de overheid zich in een bepaalde aangelegenheid jegens de burger heeft gedragen en dat het in verband hiermede wenselijk is over te gaan tot de instelling van het ambt van Nationale ombudsman en tot wijziging van een aantal wetten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
Wet Nationale ombudsman

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel V
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VI
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VII
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VIII
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IX
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel X
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel XI
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel XII
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel XIII
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel XIV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel XV
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden gesteld.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriƫle departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Lage Vuursche, 4 februari 1981
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken,
h
Wiegel
De Minister van Justitie,
j
de Ruiter
Uitgegeven de vierentwintigste februari 1981
De Minister van Justitie,
j
de Ruiter