Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet vaststelling van rijksbijdragen aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten voor de jaren 1981 tot en met 1989

 

Wet van 14 mei 1992, houdende vaststelling van rijksbijdragen aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten voor de jaren 1981 tot en met 1989
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de rijksbijdragen die voor de jaren 1981 tot en met 1989 zijn verstrekt aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1
De rijksbijdrage, bedoeld in artikel 17 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Stb. 1967, 655), zoals dat luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet aanpassing uitkeringsregelingen overheveling opslagpremies (Stb. 1989, 127), bedraagt:
a.
voor het jaar 1981:
f 1 698 300 000;
b.
voor het jaar 1982:
f 1 597 200 000;
c.
voor het jaar 1983:
f 457 000 000;
d.
voor het jaar 1984:
f 248 000 000;
e.
voor het jaar 1985:
f 187 368 000;
f.
voor het jaar 1986:
f 17 358 000;
g.
voor de jaren 1987 en 1988:
f 0;
h.
voor het jaar 1989:
f 1 466 600 000.

Artikel 2
1
Naast de in artikel 1 bedoelde rijksbijdrage wordt voor de jaren 1985 tot en met 1989 een rijksbijdrage aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten verstrekt, die verband houdt met het besluit van de Ziekenfondsraad van 22 augustus 1985 (Stcrt. 207).
2
De in het eerste lid bedoelde rijksbijdrage is gelijk aan de met de uitvoering van het in dat lid bedoelde besluit gemoeide kosten, voor zover door Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aanvaard. De Ziekenfondsraad verstrekt over ieder kalenderjaar een opgave van deze kosten aan Onze Minister voornoemd.

Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 14 mei 1992
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
h
J. Simons
Uitgegeven de vijfentwintigste juni 1992
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin