Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet voortzetting tijdelijke verhoging op grond van de Wet individuele huursubsidie toe te kennen bijdragen

 

Wet van 16 juni 1994, tot voortzetting van de tijdelijke verhoging van op grond van de Wet individuele huursubsidie toe te kennen bijdragen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de reeds bestaande compensatie voor de optredende huurstijging voor de ontvangers van huursubsidie uit de lage inkomensgroepen tijdelijk voort te zetten;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1
In afwijking van artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet individuele huursubsidie vervangt Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met ingang van 1 juli 1994 voor de periode van 1 juli 1994 tot en met 30 juni 1995 het bedrag, genoemd in artikel 7, eerste lid, onder a, van die wet door een bedrag, gelijk aan het te vervangen bedrag, verhoogd met 31/2%, en daarna afgerond op het naasthogere veelvoud van f 5.

Artikel 2
In afwijking van artikel 25, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet individuele huursubsidie vervangt Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met ingang van 1 juli 1994 voor de periode van 1 juli 1994 tot en met 30 juni 1995 het eerste bedrag, genoemd in artikel 7, derde lid, alsmede het eerste bedrag, genoemd in artikel 7a, onder c, van die wet door een bedrag, gelijk aan het te vervangen bedrag, eerst verminderd met f 780, vervolgens verhoogd met 31/2%, daarna verhoogd met f 780 en tenslotte afgerond op het naasthogere veelvoud van f 5.

Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 1994.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 16 juni 1994
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
e
Heerma
Uitgegeven de achtentwintigste juni 1994
De Minister van Justitie,
a
Kosto