Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 245
1
Indien blijkt dat een partij niet bestaat, of dat zij niet rechtsgeldig in het geding is verschenen doordat een daartoe niet bevoegde voor haar is opgetreden of tot het voeren van een geding opdracht heeft gegeven, geschiedt een veroordeling in de kosten, wanneer daartoe aanleiding is, in plaats van ten laste van de partij in naam van wie in rechte is opgetreden, ten laste van de gemachtigde of advocaat van die partij, of van degene die tot het voeren van het geding opdracht heeft gegeven, in het eerste geval onverminderd het verhaal van die advocaat of gemachtigde op zijn opdrachtgever.
2
Alvorens aldus te beslissen, stelt de rechter de betrokkene in de gelegenheid zijn standpunt naar voren te brengen en toe te lichten.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BA8551, Eerste aanleg - enkelvoudig, 102200 / HA ZA 04-1414
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
24-05-2006
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank ZwolleNiet bestaande partij. Derde partij wordt op grond van artikel 245 Rv in de proceskosten veroordeeld. -
LJN BF2937, Eerste aanleg - enkelvoudig, 284939 / HA ZA 07-1034
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
13-08-2008
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank 's-GravenhageRAWOO (Raad voor Wetenschappelijk Onderzoek Ontwikkelingssamenwerking) was ingesteld bij AMvB en is ook bij AMvB opgeheven. Daartegen staan geen bestuursrechtelijke rechtsmiddelen open, reden waarom RAWOO zich in een civiele procedure tegen het opheffingsbesluit keert. RAWOO heeft nooit rechtspersoonlijkheid bezeten...