Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Boek 1 BW, enz. (reorganisatie van de raden voor de kinderbescherming)

 

Wet van 13 juni 1996, houdende wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van enige andere wetten in verband met reorganisatie van de raden voor de kinderbescherming
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat in verband met de wenselijkheid de raden voor de kinderbescherming te reorganiseren Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede andere wetten aanpassing behoeven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.]

Artikel II
[Wijzigt Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.]

Artikel III
[Wijzigt de Wet op de jeugdhulpverlening.]

Artikel IV
[Wijzigt de Pleegkinderenwet.]

Artikel V
[Wijzigt de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen.]

Artikel VI
[Wijzigt de Uitvoeringswet verdragen inzake internationale ontvoering van kinderen.]

Artikel VII
[Wijzigt de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen.]

Artikel VIII
[Wijzigt de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.]
Overgangs- en slotbepalingen

Artikel IX
[Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.]

Artikel X
1
In zaken, daaronder begrepen procedures, waarin tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een raad voor de kinderbescherming optreedt, treedt de landelijke raad voor de kinderbescherming in zijn plaats.
2
In zaken, daaronder begrepen procedures, waarin tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de raad voor de kinderbescherming te Amsterdam op grond van artikel 239, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet, optreedt, treedt de landelijke raad voor de kinderbescherming in zijn plaats.

Artikel XI
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 13 juni 1996
Beatrix
De Staatssecretaris van Justitie, E. M. A. Schmitz
Uitgegeven de achtentwintigste juni 1996
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager