Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Gemeentewet, enz. (Afschaffing preventief toezicht op belastingverordeningen)

 

Wet van 8 februari 1996 tot afschaffing van het preventieve toezicht op belastingverordeningen van gemeenten, provincies en waterschappen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de verantwoordelijkheid van gemeenten, provincies en waterschappen met betrekking tot het heffen van belastingen te versterken en daartoe de bepalingen in de Gemeentewet, de Provinciewet en de Waterschapswet met betrekking tot het toezicht op belastingverordeningen zodanig te herzien dat het preventieve toezicht op de belastingverordeningen van gemeenten, provincies en waterschappen wordt afgeschaft;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Gemeentewet.]

Artikel II
[Wijzigt de Provinciewet.]

Artikel III
[Wijzigt de Wet algemene regels herindeling.]

Artikel IV
[Wijzigt de Waterschapswet.]

Artikel V
[Wijzigt de Wet milieubeheer.]

Artikel VI
Op besluiten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van gemeentelijke, provinciale en waterschapsbelastingen die zijn genomen voor de inwerkingtreding van deze wet, blijven de artikelen 218 tot en met 218b van de Gemeentewet, artikel 112 van de Waterschapswet, artikel 4, onder B, C en D van de Wet D'gemeenten en D'provincies en artikel 220 van de Provinciewet van toepassing, zoals die luidden voor de inwerkingtreding van deze wet. Artikel 13 van de Wet D'gemeenten en D'provincies is niet van toepassing.

Artikel VII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 8 februari 1996
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,
a
G. M. van de Vondervoort
Uitgegeven de achtentwintigste maart 1996
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager