Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Gemeentewet, enz. (verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken)

 

Wet van 28 juni 2007 tot wijziging van de Gemeentewet, de Wet op de waterhuishouding en de Wet milieubeheer in verband met de introductie van zorgplichten van gemeenten voor het afvloeiend hemelwater en het grondwater, alsmede verduidelijking van de zorgplicht voor het afvalwater, en aanpassing van het bijbehorende bekostigingsinstrument (verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot de zorg voor het afvloeiend hemelwater en het grondwater in stedelijk gebied, alsmede nadere regels te stellen met betrekking tot de zorg voor het afvalwater, en dat wordt voorzien in een bijbehorend bekostigingsinstrument;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Gemeentewet.]

Artikel II
[Wijzigt de Wet op de waterhuishouding.]

Artikel III
[Wijzigt de Wet milieubeheer.]

Artikel IV
1
Uiterlijk binnen vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel B, van deze wet stelt de gemeenteraad een gemeentelijk rioleringsplan vast dat voldoet aan artikel 4.22, tweede lid, van de Wet milieubeheer zoals gewijzigd door deze wet.
2
Artikel 4.22, tweede lid, onderdeel a, van de Wet milieubeheer, zoals dat luidde voor het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, blijft, zolang de in het eerste lid genoemde termijn niet is verstreken, van toepassing op een gemeentelijk rioleringsplan, als bedoeld in artikel 4.22, eerste lid, van de Wet milieubeheer, dat uiterlijk binnen die termijn is vastgesteld en niet voldoet aan artikel 4.22, tweede lid, van de Wet milieubeheer, zoals gewijzigd door deze wet.

Artikel V
1
De onderdelen A tot en met D van artikel II treden in werking met ingang van 22 december 2006. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 21 december 2006, treden genoemde onderdelen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst.
2
De overige bepalingen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 28 juni 2007
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties , A. Th. B. Bijleveld-Schouten
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat , J. C. Huizinga-Heringa
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , J. M. Cramer
De Staatssecretaris van Financiƫn , J. C. de Jager
Uitgegeven de zestiende augustus 2007
De Minister van Justitie ,
e
M. H. Hirsch Ballin