Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Loodsenwet, enz. (herziening financiële relatie tussen Rijk en loodsen, en invoering van een verkeersbegeleidingstarief)

 

Wet van 7 juli 1994, houdende wijziging van de Loodsenwet en de Scheepvaartverkeerswet in verband met de herziening van de financiële relatie tussen het Rijk en de loodsen, de invoering van een verkeersbegeleidingstarief en een aantal technische wijzigingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Loodsenwet en de Scheepvaartverkeerswet te wijzigen in verband met de herziening van de financiële relatie tussen het Rijk en de loodsen en de invoering van een verkeersbegeleidingstarief;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III Overgangsrecht
De navolgende vergoedingen worden, voor zover zij betrekking hebben op de periode voorafgaande aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel L, van deze wet, door Facilitair bedrijf Loodswezen B.V. voldaan volgens de bepalingen die golden voorafgaand aan het moment van inwerkingtreding van genoemd artikelonderdeel:
a
de betalingen ten behoeve van de registerloodsen, de Nederlandse loodsencorporatie en de rechtspersoon belast met het vergoeden van het functioneel leeftijdspensioen van de registerloodsen;
b
de financiering van de kosten met betrekking tot de inning van de loodsgelden en de taken ten behoeve van de door de registerloodsen te verlenen diensten; en
c
de betalingen aan Onze Minister.

Artikel IV
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat zendt vóór 1 januari 1998 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de bij deze wet in de Loodsenwet en de Scheepvaartverkeerswet aangebrachte wijzigingen.

Artikel V Slotbepaling
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 7 juli 1994
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
j
R. H. Maij-Weggen
Uitgegeven de negende augustus 1994
De Minister van Justitie,
a
Kosto