Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet Luchtverkeer (bewijzen van bevoegdheid, bestrijding drank- en drugsgebruik)

 

Wet van 26 maart 1997 tot wijziging van de Wet Luchtverkeer (bewijzen van bevoegdheid, bestrijding drank- en drugsgebruik)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het mede met het oog op de ontwikkelingen in het kader van de Europese Gemeenschappen met betrekking tot het stellen van eisen aan bewijzen van bevoegdheid tot het bedienen van luchtvaartuigen wenselijk is de regels met betrekking tot die bewijzen van bevoegdheid te herzien;
dat het voorts wenselijk is nadere regels te stellen ter verbetering van de bestrijding van het bedienen van luchtvaartuigen onder invloed van alcohol of andere verdovende middelen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet Luchtverkeer.]

Artikel II
[Wijzigt de Luchtvaartwet.]

Artikel III
[Wijzigt de Coƶrdinatiewet uitzonderingstoestanden.]

Artikel IV [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel V
1
De door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat krachtens de Luchtvaartwet aan leden van het boordpersoneel afgegeven bewijzen van bevoegdheid, de daarop aangetekende bevoegdverklaringen alsmede de door hem aan leden van het boordpersoneel afgegeven bewijzen van gelijkstelling, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldig zijn, worden aangemerkt als bewijzen van bevoegdheid, bevoegdverklaringen respectievelijk bewijzen van gelijkstelling op grond van de Wet Luchtverkeer.
2
Krachtens de Luchtvaartwet aan leden van het boordpersoneel afgegeven medische verklaringen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldig zijn, worden aangemerkt als medische verklaringen op grond van de Wet luchtvaart.
3
Opleidingen, welke krachtens de Luchtvaartwet zijn erkend, worden aangemerkt als opleidingen, erkend op grond van de Wet luchtvaart.

Artikel VI
1
De behandeling van aanvragen om bewijzen van bevoegdheid, bevoegdverklaringen, bewijzen van gelijkstelling en medische verklaringen, alsmede van aanvragen om verlenging of vernieuwing van die bewijzen of verklaringen, welke voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet door leden van het boordpersoneel zijn ingediend, geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidden.
2
De procedure van schorsing of intrekking of tot beƫindiging van de schorsing van bewijzen van bevoegdheid en van bevoegdverklaringen van leden van het boordpersoneel, welke voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is aangevangen, wordt afgehandeld overeenkomstig de bepalingen van de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidden.
3
Beroepen terzake van bewijzen van bevoegdheid of bevoegdverklaringen, ingesteld door leden van het boordpersoneel, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet in behandeling zijn, worden behandeld overeenkomstig de bepalingen van de Luchtvaartwet, zoals die tot dat tijdstip luidden.
4
Op grond van het eerste, tweede of derde lid verleende bewijzen van bevoegdheid, bevoegdverklaringen, bewijzen van gelijkstelling en medische verklaringen worden aangemerkt als bewijzen van bevoegdheid, bevoegdverklaringen, bewijzen van gelijkstelling respectievelijk medische verklaringen op grond van de Wet luchtvaart.

Artikel VII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel VIII [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel IX [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Artikel X
Het Luchtverkeersreglement wordt aangemerkt te zijn vastgesteld krachtens de artikelen 5.5, 5.11 en 5.12.

Artikel XI
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 26 maart 1997
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, A. Jorritsma-Lebbink
De Minister van Defensie, J. J. C. Voorhoeve
Uitgegeven de zesentwintigste juni 1997
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager