Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet gemeenschappelijke regelingen, etc. (afschaffing verplichte bundeling en integratie gemeenschappelijke regelingen in samenwerkingsgebieden)

 

Wet van 24 november 2005 tot wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen in verband met de afschaffing van de verplichte bundeling en integratie van gemeenschappelijke regelingen in samenwerkingsgebieden en daarmee samenhangende wijzigingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet gemeenschappelijke regelingen te wijzigen in verband met de afschaffing van de verplichte ordening van gemeenschappelijke regelingen in samenwerkingsgebieden en daarmee samenhangende wijzigingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet gemeenschappelijke regelingen.]

Artikel II
[Wijzigt de Distributiewet.]

Artikel III
[Wijzigt de Wet beheersing huisvestingsvoorzieningen k.o.-l.o.]

Artikel IV*
[Wijzigt de Wet milieubeheer.]

Artikel IV
[Wijzigt de Wet algemene regels herindeling.]

Artikel V (overgangsrecht kaderwetgebieden)
De Wet gemeenschappelijke regelingen zoals deze luidde vóór de inwerkingtreding van deze wet tot 1 januari 2005 blijft van toepassing op een samenwerkingsgebied als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Kaderwet bestuur in verandering.

Artikel VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges, en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te ?s-Gravenhage, 24 november 2005
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties , J. W. Remkes
Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2005
De Minister van Justitie ,
j
P. H. Donner