Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet individuele huursubsidie (duur van het subsidietijdvak dat is aangevangen op 1 juli 1994 en loopt tot en met 30 juni 1995)

 

Wet van 20 februari 1995, tot wijziging van de Wet individuele huursubsidie voor de duur van het subsidietijdvak dat is aangevangen op 1 juli 1994 en loopt tot en met 30 juni 1995
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorkomen dat de in de Wet individuele huursubsidie neergelegde systematiek van vaststelling van huursubsidietabellen ten aanzien van enige huurder die een bijdrage op voet van die wet ontvangt, leidt tot een hoogte van die bijdrage die niet met de bedoeling van die wet in overeenstemming is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
In deze wet wordt verstaan onder:
a
de bijdrage: de bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet individuele huursubsidie;
b
het lopende tijdvak: het tijdvak dat is aangevangen op 1 juli 1994 en loopt tot en met 30 juni 1995.

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV
Bij ministeriële regeling:
a
worden de huursubsidietabellen I en II, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet individuele huursubsidie, de huursubsidietabel IIB, vastgesteld krachtens artikel IX, derde lid, van de in artikel III genoemde wet, alsmede de in overeenstemming met de artikelen 16, tweede volzin, van de Wet individuele huursubsidie en XI van de in artikel III genoemde wet vastgestelde huursubsidietabellen III, IIIA, IIIB en IIIC met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 1994 vervangen, en
b
wordt de factor, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder c, van de Wet individuele huursubsidie met terugwerkende kracht tot en met 1 juli 1994 gewijzigd.

Artikel V

Artikel 8, onderdeel a, van de Wet individuele huursubsidie, en artikel IX, eerste lid, onderdeel c, van de in artikel III genoemde wet, zoals die bepalingen luidden op 30 juni 1994, alsmede de krachtens artikel IV vervangen huursubsidietabellen en factor, blijven gedurende het lopende tijdvak van toepassing, voor zover toepassing van een krachtens artikel IV, onderdeel a, vastgestelde huursubsidietabel ertoe zou leiden, dat de bijdrage gelijk blijft aan of lager wordt dan de bijdrage die is vastgesteld onder toepassing van de dienovereenkomstige huursubsidietabel die krachtens artikel IV, onderdeel a, is vervangen.


Artikel VI
Indien de toepassing van een krachtens artikel IV, onderdeel a, vervangen huursubsidietabel ertoe heeft geleid dat de bijdrage lager is vastgesteld dan in de situatie dat de krachtens artikel IV vastgestelde huursubsidietabellen en factor vóór de aanvang van het lopende tijdvak waren vastgesteld, wordt de bijdrage voor dat tijdvak zodanig hoger vastgesteld, dat de voor de betrokken huurder opgetreden nadelige financiële gevolgen van die toepassing vóór de aanvang van het op dat tijdvak volgende tijdvak zijn opgeheven.

Artikel VII
Een nadere beslissing omtrent verstrekking van een bijdrage, als bedoeld in artikel 22 van de Wet individuele huursubsidie, geschiedt ten aanzien van het lopende tijdvak mede met in aanmerking neming van de krachtens artikel IV van deze wet vastgestelde huursubsidietabellen en factor, onverminderd het bepaalde in artikel V.

Artikel VIII
1
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2
De artikelen II en III werken terug tot en met 1 juli 1994.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 20 februari 1995
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
d
K. J. Tommel
Uitgegeven de achtentwintigste februari 1995
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager