Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op de Registeraccountants en Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (invoering Achtste Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht)

 

Wet van 6 augustus 1993, tot wijziging van de Wet op de Registeraccountants en de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten (wijziging in verband met de invoering van de Achtste Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ingevolge de achtste richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake het vennootschapsrecht (PbEg 1984, L 126) en de richtlijn aan de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten (PbEg 1989, L 19) noodzakelijk is wijzigingen aan te brengen in de wettelijke bepalingen inzake registeraccountants en accountants-administratieconsulenten en daarbij toepassing te geven aan artikel 134 van de Grondwet.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I Wijziging Wet op de Registeraccountants
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II Overgangsbepalingen Wet op de Registeraccountants
a
a
Elke inschrijving in het accountantsregister krachtens de vervallen artikelen 81 tot en met 102 van de Wet op de Registeraccountants blijft geldig totdat deze op grond van de wet wordt doorgehaald.
b
b
Mits de aanvraag om inschrijving is ingediend binnen zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen, in afwijking van artikel 58 van de Wet op de Registeraccountants, in het accountantsregister tevens worden ingeschreven zij, die beschikken over een bewijsstuk waaruit blijkt dat zij uiterlijk binnen zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet met goed gevolg hebben afgelegd:
a
het accountantsexamen, bedoeld in artikel 71 van de Wet op de Registeraccountants, zoals dat artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet;
c
het accountantsexamen aan een universiteit in de zin van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs of aan de in de Wet op de Open Universiteit geregelde Open Universiteit;
d
het theoretische gedeelte van het in artikel 71 van de Wet op de Registeraccountants bedoelde accountantsexamen;
e
een accountantsexamen, ter zake waarvan een verklaring als bedoeld in artikel 79a, eerste of tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants is afgegeven.
c
c
Degenen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschikken over een vergunning als bedoeld in het bij deze wet vervallen artikel 70b, eerste lid, onder b, van de Wet op de Registeraccountants, worden aangemerkt als ingeschreven in het in artikel 55 van genoemde wet bedoelde accountantsregister. Het bestuur van de Orde draagt zorg voor de opneming van de op grond van het genoemde artikel 55 vereiste gegevens in het accountantsregister.
d
d
Aanvragen om een vergunning als bedoeld in het bij deze wet vervallen artikel 70b, eerste lid, onder b, van de Wet op de Registeraccountants, ten aanzien waarvan nog geen beslissing is genomen op het moment van inwerkingtreding van deze wet, worden behandeld met toepassing van het voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht, met dien verstande dat, wanneer de aanvrager voldoet aan de voor de vergunningverlening gestelde eisen, hij geen vergunning verkrijgt maar in het in artikel 55 van de Wet op de Registeraccountants bedoelde accountantsregister wordt ingeschreven. Het bestuur van de Orde draagt zorg voor de inschrijving en de opneming van de vereiste gegevens.
e
e
Zolang de in artikel 72, tweede lid, van de Wet op de Registeraccountants bedoelde algemene maatregel van bestuur niet in werking is getreden, is van toepassing het Koninklijk Besluit van 24 januari 1974 (Stb. 58).
f
f
1
De op grond van het vervallen artikel 36 van de Wet op de Registeraccountants ingestelde raad van tucht blijft in stand, met toepassing van het voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht, ten behoeve van de behandeling van op dat tijdstip bij die raad van tucht aanhangige bezwaren, totdat de beslissingen aangaande die bezwaren onherroepelijk zijn geworden.
2
De op het moment van inwerkingtreding van deze wet in de raad van tucht zitting hebbende leden blijven, in afwijking van het aftredingsrooster, daarin zitting houden tot de raad wordt ontbonden.
3
De behandeling van een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de in het eerste lid bedoelde raad van tucht aanhangig bezwaar tegen een registeraccountant wordt voortgezet door die raad van tucht, met toepassing van het voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht.
4
Ten aanzien van een beslissing op een bezwaar als bedoeld in het derde lid is artikel 52 van de Wet op de Registeraccountants, zoals dit luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, van toepassing. De raad van beroep behandelt het beroep overeenkomstig het in onderdeel G, eerste lid, bepaalde.
5
Artikel 35 van de Wet op de Registeraccountants is van toepassing op de door de raad van tucht gegeven beslissingen.
g
g
1
De behandeling van een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de in het vervallen artikel 46 van de Wet op de Registeraccountants bedoelde raad van beroep aanhangig beroep wordt voortgezet door die raad van beroep, met toepassing van het voor dat tijdstip geldende recht.
2
De raad van beroep blijft in stand, met toepassing van het voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht, totdat op alle ingestelde beroepen, daaronder begrepen beroepen ingesteld op grond van onderdeel F, vierde lid, onherroepelijk is beslist.
3
De op het moment van inwerkingtreding van deze wet in de raad van beroep zitting hebbende leden, blijven in afwijking van het aftredingsrooster daarin zitting houden tot de raad wordt ontbonden.
4
Artikel 35 van de Wet op de Registeraccountants is van toepassing op de door de raad van beroep gegeven beslissingen.
h
h
1
Binnen achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wet stelt de ledenvergadering van de Orde een verordening inzake de gedrags- en beroepsregels voor registeraccountants vast, die voldoet aan artikel 19a, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants.
2
Totdat de in het eerste lid bedoelde verordening in werking is getreden, geldt het in dat lid genoemde artikel 19a, eerste lid, niet.
3
Indien de ledenvergadering de in het eerste lid bedoelde verordening niet binnen achttien maanden na de inwerkingtreding van deze wet heeft vastgesteld, worden de in artikel 19a, eerste lid, bedoelde voorschriften vastgesteld door Onze Minister van Economische Zaken, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie. Deze voorschriften gelden totdat de in het eerste lid bedoelde verordening in werking is getreden.

Artikel III Wijziging Wet op de Accountants-Administratieconsulenten
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV Overgangsbepalingen Wet op de accountants-administratieconsulenten
a
• 1 Overgangsregeling Raad voor Accountants-Administratieconsulenten
a
• 1 Overgangsregeling Raad voor Accountants-Administratieconsulenten
Artikel 1.
De op grond van artikel 2 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, ingestelde Raad voor Accountants-Administratieconsulenten blijft, met toepassing van het vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht, ten behoeve van de afhandeling van de bij de raad aanhangig zijnde adviesaanvragen, tot één jaar na de inwerkingtreding van deze wet in stand.
b
• 2 Overgangsregeling inschrijving in het accountantsregister
b
• 2 Overgangsregeling inschrijving in het accountantsregister
Artikel 2.
1
Mits de aanvraag om inschrijving is ingediend binnen zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen, in afwijking van artikel 38 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, in het accountantsregister tevens worden ingeschreven zij, die beschikken over een bewijsstuk waaruit blijkt dat zij uiterlijk binnen zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet met goed gevolg hebben afgelegd:
a
het in artikel 9 bedoelde examen;
b
het door de op 8 augustus 1991 opgerichte Stichting Realisatie Opleiding Overgangsregeling Accountants-Administratieconsulenten afgenomen accountantsexamen;
c
het theoretische gedeelte van het in artikel 80 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bedoelde examen;
d
een accountantsexamen ter zake waarvan een verklaring als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten is afgegeven.
2
Ten aanzien van degenen die op grond van het eerste lid in het in artikel 36, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bedoelde register worden ingeschreven wordt bij de inschrijving de in artikel 36, derde lid, van die wet bedoelde aantekening geplaatst.
Artikel 3.
1
Degenen, die onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet ingevolge artikel 7 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, als Accountant-Administratieconsulent stonden ingeschreven, worden aangemerkt als ingeschreven in het in artikel 36, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bedoelde register.
2
De verzameling van inschrijvingen, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, wordt gedurende zeventig jaar na die datum door de NOvAA bewaard. Deze verzameling is openbaar.
Artikel 4.
Mits de aanvraag om inschrijving is ingediend binnen zes jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen, in afwijking van artikel 38 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, tevens in het accountantsregister worden ingeschreven zij, die beschikken over een bewijsstuk als bedoeld in artikel 10, a en d, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, waaruit blijkt dat zij het desbetreffende examen niet later dan zes jaar na de inwerkingtreding van deze wet met goed gevolg hebben afgelegd.
Artikel 5.
Hij, die in het accountantsregister ingeschreven is geweest op grond van artikel 3 of artikel 4, wordt geacht te beschikken over een bewijsstuk als bedoeld in artikel 4.
Artikel 6.
1
De ledenvergadering van de NOvAA stelt binnen drie maanden na de datum van inwerkingtreding van deze wet het in artikel 45, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, bedoelde bedrag vast.
2
Totdat het in het eerste lid bedoelde bedrag is goedgekeurd door Onze Minister geldt als dat bedrag het bedrag zoals dat laatstelijk voor de inwerkingtreding van deze wet was vastgesteld ingevolge artikel 12, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
c
• 3 Overgangsregeling Accountants-Administratieconsulenten • 3 Overgangsregeling Accountants-Administratieconsulenten
Artikel 7.
1
Er is een overgangsregeling voor Accountants-Administratieconsulenten, die ten doel heeft de bij deze accountants bestaande kennisdeficiënties in de vakken externe verslaggeving, administratieve organisatie en controleleer te overbruggen opdat zij de status van wettelijk controleur kunnen verwerven.
2
De in het eerste lid bedoelde deficiënties kunnen gedeeltelijk worden gecompenseerd door verkregen beroepservaring op financieel, juridisch en boekhoudkundig gebied. Het aantal jaren beroepservaring bepaalt de mate waarin compensatie kan worden verkregen.
3
Degenen, die op de datum van inwerkingtreding van deze wet ten minste elf jaar beroepservaring hebben als bedoeld in het tweede lid, leggen in het kader van de in het eerste lid bedoelde overgangsregeling een aanvullend examen af in het vak controleleer.
4
Degenen, die op de datum van inwerkingtreding van deze wet minder dan elf jaar, maar ten minste zeven jaar beroepservaring hebben als bedoeld in het tweede lid, leggen in het kader van de in het eerste lid bedoelde overgangsregeling een aanvullend examen af in de vakken verdieping externe verslaggeving, verdieping administratieve organisatie en controleleer.
5
Degenen, die op de datum van inwerkingtreding van deze wet minder dan zeven jaar beroepservaring hebben als bedoeld in het tweede lid, leggen in het kader van de in het eerste lid bedoelde overgangsregeling een aanvullend examen af in de in het vierde lid genoemde vakken, met dien verstande dat het examen in de vakken verdieping externe verslaggeving en verdieping administratieve organisatie uitgebreider is dan het in het vierde lid bedoelde examen.
6
Het aantal jaren beroepservaring kan worden aangetoond door het bewijs van inschrijving als Accountant-Administratieconsulent ingevolge artikel 7 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, dan wel op andere gronden, zulks ten genoegen van het bestuur van de NOvAA.
7
Aan de overgangsregeling kunnen slechts deelnemen Accountants-Administratieconsulenten die zich daarvoor voor de datum van inwerkingtreding van deze wet hebben aangemeld bij het bestuur van de privaatrechtelijke vereniging Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet worden deze aanmeldingen beschouwd als aanmeldingen bij het bestuur van de NOvAA.
8
Het bestuur van de NOvAA bepaalt, aan welke van de in het derde, vierde en vijfde lid bedoelde examens de Accountant-Administratieconsulent, die zich ingevolge het zevende lid heeft aangemeld, moet deelnemen. Artikel 98 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten is van toepassing op de door het bestuur genomen beslissingen.
Artikel 8.
1
De ledenvergadering van de NOvAA stelt met inachtneming van artikel 7, tweede tot en met achtste lid bij verordening nadere regelen vast over de overgangsregeling bedoeld in artikel 7, eerste lid.
2
Onze Minister van Economische Zaken kan de verordening bedoeld in het eerste lid, slechts vernietigen wegens strijd met het recht of het algemeen belang.
Artikel 9.
1
Het examenbureau bedoeld in artikel 85 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, is belast met de uitvoering van het examen waarmee de opleiding in het kader van de overgangsregeling wordt afgesloten.
2
Het examen bedoeld in het eerste lid, wordt voor het laatst afgenomen uiterlijk op de laatste werkdag binnen zes jaar na de inwerkingtreding van deze wet.
3
Het examenbureau benoemt de examinatoren en heeft de leiding van het examen.
4
Het curatorium, bedoeld in artikel 89 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, oefent toezicht uit op het examen bedoeld in het eerste lid.
Artikel 10.
Zij, die aan de overgangsregeling bedoeld in artikel 7 wensen deel te nemen, worden daartoe niet toegelaten dan na betaling van een door de NOvAA vast te stellen opleidings- en examengeld, dat dient ter vergoeding van de aan de opleiding en aan het examen verbonden kosten.
Artikel 11.
Zij, die het examen bedoeld in artikel 9 met goed gevolg hebben afgelegd, ontvangen een diploma.
Artikel 12.
1
Het examen, bedoeld in artikel 60 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, wordt uiterlijk zes jaar na deze datum voor de laatste maal afgenomen.
2
Na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen slechts aan het in het eerste lid bedoelde examen deelnemen degenen die reeds voor die datum tot dat examen waren toegelaten.
3
Het in het eerste lid bedoelde examen wordt afgenomen door het examenbureau, bedoeld in artikel 85 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, met toepassing van het voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht.
d
• 4 Overgangsregeling gedrags- en beroepsregels • 4 Overgangsregeling gedrags- en beroepsregels
Artikel 13.
1
De ledenvergadering van de NOvAA stelt de in artikel 24, tweede lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten bedoelde verordening vast binnen achttien maanden na de inwerkingtreding van deze wet.
2
Het Besluit regelen beroepsuitoefening Accountants-Administratieconsulenten (Stb. 1974, 17) blijft van toepassing totdat de in het eerste lid bedoelde verordening in werking is getreden. Tot dat tijdstip geldt artikel 25, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten niet.
3
Indien de ledenvergadering de in het eerste lid bedoelde verordening niet binnen achttien maanden na de inwerkingtreding van deze wet heeft vastgesteld, worden de in artikel 25, eerste lid, bedoelde voorschriften vastgesteld door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie. Deze voorschriften gelden totdat de in het eerste lid bedoelde verordening in werking is getreden.
e
• 5 Overgangsregeling tuchtzaken • 5 Overgangsregeling tuchtzaken
Artikel 14.
1
De op grond van artikel 30 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, ingestelde raad van tucht blijft in stand, met toepassing van het voor dat tijdstip geldende recht, ten behoeve van de behandeling van op dat tijdstip bij die raad van tucht aanhangige bezwaren, totdat de beslissingen aangaande die bezwaren onherroepelijk zijn geworden.
2
De behandeling van een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij de in het eerste lid bedoelde raad van tucht aanhangig bezwaar tegen een Accountant-Administratieconsulent wordt voortgezet door die raad van tucht, met toepassing van het voor dat tijdstip geldende recht.
Artikel 15.
De behandeling van een op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven bedoeld in artikel 47 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, aanhangig beroep wordt voortgezet door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, met toepassing van het vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht.
Artikel 16.
Ten aanzien van een in artikel 14 bedoelde beslissing is artikel 47 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, van toepassing. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven behandelt het beroep overeenkomstig het in artikel 15 bepaalde.
Artikel 17.
De tenuitvoerlegging van een maatregel als bedoeld in artikel 32, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, zoals dit artikel luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, ten aanzien waarvan de beslissing onherroepelijk is geworden, en die nog niet is uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, en van een maatregel die is opgelegd op grond van de artikelen 14 tot en met 16, geschiedt met toepassing van het voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geldende recht.
f
• 6 Overgangsregeling bestuur en boekjaar
f
• 6 Overgangsregeling bestuur en boekjaar
Artikel 18.
1
In afwijking van artikel 5 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten zal het bestuur van de privaatrechtelijke vereniging Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten direct na de inwerkingtreding van deze wet het voorlopig bestuur vormen van de NOvAA.
2
Binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet roept voornoemd bestuur de ledenvergadering bijeen die voor de eerste maal de leden van het bestuur, de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de NOvAA benoemt.
3
In de ledenvergadering bedoeld in het tweede lid worden tevens de begroting van de NOvAA en de verordening bedoeld in artikel 30 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten vastgesteld voor het lopende en eventueel voor het eerstvolgende boekjaar.
4
Het voorlopig bestuur van de NOvAA, bedoeld in het eerste lid, is gemachtigd tot het doen van uitgaven die noodzakelijk zijn voor het goede functioneren van de NOvAA.
Artikel 19.
1
Het bestuur kan bepalen dat, in afwijking van artikel 27 van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten, het eerste boekjaar van de NOvAA aanvangt op de datum van inwerkingtreding van deze wet en eindigt op 31 december van het betreffende kalenderjaar.
2
Onze Minister kan ten aanzien van het tijdstip van vaststelling van de eerste begroting van de inkomsten en uitgaven van de NOvAA regelen stellen, welke afwijken van artikel 28, eerste volzin, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.
3
Onze Minister kan bepalen, dat artikel 81, derde lid, en artikel 82, derde lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten gedurende het eerste boekjaar, alsook gedurende een of meer volgende boekjaren, geen toepassing vinden.

Artikel V Evaluatiebepaling
1
Onze Minister van Economische Zaken zendt binnen zes maanden na het verstrijken van zes jaar na het in werking treden van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag omtrent de wijze waarop de accountantswetgeving in Nederland na de invoering van de Achtste EEG-Richtlijn (PbEG 1984 L126) en de Richtlijn algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's (PbEG 1989 L19) heeft gefunctioneerd.
2
Onze Minister van Economische Zaken stelt de inhoud van het in het eerste lid bedoelde verslag niet vast dan na de besturen van het NIVRA en de NOvAA daarover advies te hebben gevraagd.

Artikel VI Wijzingen andere wetten
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VII Slotbepaling
1
De teksten van de Wet op de Registeraccountants en van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten worden na inwerkingtreding van deze wet door Onze Minister van Justitie in het Staatsblad geplaatst.
2
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1993. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1992, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 augustus 1993
Beatrix
De Minister van Economische Zaken,
j
E. Andriessen
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de negende september 1993
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin