Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen van tuchtcolleges ter zitting)

 

Wet van 9 juli 2007, houdende wijziging van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 (verhoging maximaal bedrag tuchtrechtelijke boete en wijziging samenstellingseisen van tuchtcolleges ter zitting)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat het maximale bedrag voor de boete die in het veterinaire tuchtrecht kan worden opgelegd, wordt verhoogd en dat de voorschriften voor de samenstelling ter zitting van de veterinaire tuchtcolleges worden aangepast;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990.]

Artikel II
Op tuchtvergrijpen als bedoeld in de artikelen 14 en 15 van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 die zijn begaan vóór inwerkingtreding van deze wet blijft artikel 16, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990 zoals dat onmiddellijk vóór inwerkingtreding van deze wet gold, van toepassing.

Artikel III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 9 juli 2007
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,G. Verburg
Uitgegeven de eenentwintigste augustus 2007
De Minister van Justitie ,
e
M. H. Hirsch Ballin