Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wet op het wetenschappelijk onderwijs (verhoging collegegeld en compensatie van de verhoging in het studiefinancieringsbudget)

 

Wet van 29 mei 1991, houdende wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, de Wet op het hoger beroepsonderwijs en de Wet op de studiefinanciering, in verband met verhoging van het collegegeld en compensatie van de verhoging in het studiefinancieringsbudget
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de collegegelden te verhogen in verband met dekking van de meeruitgaven ter zake van de uitvoering van de Wet op de studiefinanciering (Stb. 1988, 336) en de verhoging van het collegegeld te compenseren in het studiefinancieringsbudget;
dat in verband hiermee wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs (Stb. 1986, 414), de Wet op het hoger beroepsonderwijs (Stb. 1986, 289) en de Wet op de studiefinanciering noodzakelijk is;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV
1
In afwijking van artikel 32a, tweede lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs bedraagt het collegegeld voor in voltijdse vorm verzorgde studierichtingen dan wel opleidingen van de tweede fase:
a
wat het studiejaar 1991-1992 betreft f 1850;
b
wat het studiejaar 1992-1993 betreft f 1950;
c
wat het studiejaar 1993-1994 betreft f 2050;
d
wat het studiejaar 1994-1995 betreft f 2150.
2
In afwijking van artikel 32a, vierde lid, bedraagt het collegegeld voor auditoren:
a
wat het studiejaar 1991-1992 betreft f 2590;
b
wat het studiejaar 1992-1993 betreft f 2730;
c
wat het studiejaar 1993-1994 betreft f 2870;
d
wat het studiejaar 1994-1995 betreft f 3010.

Artikel V
1
In afwijking van artikel 37, vierde lid, van de Wet op het hoger beroepsonderwijs bedraagt het collegegeld voor voltijdse studierichtingen, voltijdse cursussen hoger beroepsonderwijs dan wel opleidingen van de tweede fase:
a
wat het studiejaar 1991-1992 betreft f 1850;
b
wat het studiejaar 1992-1993 betreft f 1950;
c
wat het studiejaar 1993-1994 betreft f 2050;
d
wat het studiejaar 1994-1995 betreft f 2150.
2
In afwijking van artikel 43, vierde lid, bedraagt het collegegeld voor auditoren:
a
wat het studiejaar 1991-1992 betreft f 2590;
b
wat het studiejaar 1992-1993 betreft f 2730;
c
wat het studiejaar 1993-1994 betreft f 2870;
d
wat het studiejaar 1994-1995 betreft f 3010.

Artikel VI
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1991 wat betreft het hoger beroepsonderwijs en met ingang van 1 september 1991 wat betreft het wetenschappelijk onderwijs, met uitzondering van artikel III, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 1992.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 29 mei 1991
Beatrix
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,
j
M. M. Ritzen
De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
p
Bukman
Uitgegeven de elfde juni 1991
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin