Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, enz. (beslag op en executie van schepen en luchtvaartuigen)

 

Wet van 28 oktober 1991, houdende aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet teboekgestelde Luchtvaartuigen (Stb. 1957, 72), voor wat betreft beslag op en executie van schepen en luchtvaartuigen, aan de regels betreffende executie en beslag, in dat wetboek opgenomen bij de Wet van 7 mei 1986 (Stb. 295)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Wet teboekgestelde Luchtvaartuigen (Stb. 1957, 72), voor wat betreft beslag op en executie van schepen en luchtvaartuigen, aan te passen aan de regels betreffende executie en beslag, in dat wetboek opgenomen bij de Wet van 7 mei 1986 (Stb. 295);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel V
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VI
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Hoofdstuk II. Wijziging van de Wet teboekgestelde Luchtvaartuigen (stb. 1957. 72)

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Hoofdstuk III. Wijziging in enige andere wetten

Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel IV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel V
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VI
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VII
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel VIII
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Hoofdstuk IV. Overgangsrecht en slotbepalingen

Artikel I
1
Een vóór het tijdstip van het in werking treden der wet gelegd beslag wordt, voor zover uit de volgende leden niet anders voortvloeit, naar het voordien geldend recht afgewikkeld.
2
In het geval van het vorige lid worden van het in werking treden der wet af tweede en volgende beslagen op hetzelfde schip of luchtvaartuig met toepassing van het nadien geldende recht gelegd en is geen oppositie tegen afgifte van kooppenningen meer mogelijk. De afwikkeling van deze beslagen geschiedt met toepassing van ditzelfde recht, behoudens voor zover de afwikkeling van de eerder gelegde beslagen toepassing van het voordien geldende recht eist.
3
Indien op het tijdstip van het in werking treden van de wet de bevoegdheid bestond om krachtens een door de president gegeven bevelschrift of verlof conservatoir beslag te leggen, kan die bevoegdheid na dit tijdstip met inachtneming van het nieuwe recht worden uitgeoefend. De eis in de hoofdzaak geldt als tijdig ingesteld, indien zulks is geschied binnen acht dagen na het beslag of, indien het bevelschrift of verlof daartoe een langere termijn inhoudt, binnen die termijn. Voor de toepassing van artikel 702 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals dit op het tijdstip van het in werking treden van deze wet zal gelden, wordt het bevelschrift of verlof met een verlof als in dat artikel bedoeld gelijk gesteld.
4
Een executoriale verkoop door een beslaglegger die op het tijdstip van het in werking treden van de wet nog niet was aangekondigd, wordt volgens de bepalingen van het nadien geldende recht afgewikkeld. Voor de toepassing van die bepalingen wordt een schuldeiser die voordien oppositie tegen afgifte van kooppenningen heeft gedaan, gelijk gesteld met een beslaglegger.
5
Een rangregeling wordt afgewikkeld naar het recht waaronder de benoeming plaats vond van de rechter-commissaris, te wiens overstaan de verdeling zal plaatsvinden.

Artikel II
Een executie tot afgifte van een schip of luchtvaartuig geschiedt naar het recht waaronder de executie is aangevangen.

Artikel III
Onze Minister van Justitie brengt de in deze wet voorkomende aanhalingen van artikelen van het Burgerlijk Wetboek in overeenstemming met de nummering die op het tijdstip van in werking treden van deze wet voor de Boeken 3 en 8 van dat Wetboek is vastgesteld.

Artikel IV
De bepalingen van deze wet treden in werking op nader door ons te bepalen tijdstippen.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 28 oktober 1991
Beatrix
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de zesentwintigste november 1991
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin