Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet Woningwet (vergunningvrije bouwwerken in beschermde stads- en dorpsgezichten)

 

Wet van 24 september 1998 tot wijziging van de Woningwet inzake vergunningvrije bouwwerken in beschermde stads- en dorpsgezichten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Woningwet zodanig te wijzigen dat het zonder bouwvergunning mogen bouwen van bouwwerken in een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt beperkt, en dat voorts enige juridische verbeteringen in die wet en in de Wet op de openluchtrecreatie worden aangebracht;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Woningwet.]

Artikel II
[Wijzigt de Wet op de openluchtrecreatie.]

Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel IV
1
Een aanzegging tot bestuursdwang ten aanzien van een bouwwerk als bedoeld in artikel 43, eerste lid, dat vóór de inwerkingtreding van deze wet is gebouwd in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988, alsmede enig bezwaar of beroep tegen het bouwen van zodanig bouwwerk of tegen de aanzegging tot bestuursdwang ten aanzien van zodanig bouwwerk worden afgedaan overeenkomstig de voorschriften, zoals die golden vóór de inwerkingtreding van deze wet.
2
Bouwwerken als bedoeld in artikel 43, eerste lid, die vóór de inwerkingtreding van deze wet tot stand zijn gekomen in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988, zijn bouwwerken die zijn gebouwd overeenkomstig artikel 42.
3
Indien voor het bouwen van een bouwwerk als bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Woningwet, zoals gewijzigd bij artikel I, onderdeel B, van deze wet, in een gebied dat geen beschermd stads- of dorpsgezicht is als bedoeld in de Monumentenwet 1988, een aanvraag om bouwvergunning is ingediend, een aanzegging tot bestuursdwang is uitgevaardigd of tegen enig besluit ten aanzien van zodanig bouwwerk bezwaar of beroep is ingesteld, zijn van rechtswege ingetrokken.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 24 september 1998
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. W. Remkes
Uitgegeven de dertiende oktober 1998
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals