Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet enige bepalingen Burgerlijk Wetboek (problematiek van vermissing van personen)

 

Wet van 21 maart 2002 tot wijziging van enige bepalingen van het Burgerlijk Wetboek in verband met de problematiek van vermissing van personen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, teneinde een meer adequate oplossing te bieden voor de problematiek van vermissing van personen, wenselijk is enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.]

Artikel II
[Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.]

Artikel III
Op verzoeken, bedoeld in artikel 413 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangig zijn, is artikel 74 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing.

Artikel IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 21 maart 2002
Beatrix
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
Uitgegeven de vierde april 2002
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals