Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wijzigingswet rijkswet Belastingregeling ivm tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik enz.

 

Rijkswet van 13 december 1996, houdende wijziging van de Belastingregeling voor het Koninkrijk in verband met maatregelen met het oog op het tegengaan van misbruik en oneigenlijk gebruik alsmede in verband met enige technische aanpassingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de regeringen van Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba het wenselijk achten vooruitlopend op een integrale aanpassing van de Belastingregeling voor het Koninkrijk aan ontwikkelingen in de belastingwetgeving van de landen van het Koninkrijk, maatregelen te treffen om misbruik en oneigenlijk gebruik van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, waaronder emigratie tussen de landen waarbij het behalen van fiscale voordelen voorop staat, tegen te gaan alsmede enige technische aanpassingen in de Belastingregeling voor het Koninkrijk aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I
[Wijzigt de Belastingregeling voor het Koninkrijk.]

Artikel II
1
Met betrekking tot een natuurlijke persoon die voor de inwerkingtreding van dit voorstel van rijkswet inwoner is geworden van de Nederlandse Antillen en in een van de daaraan voorafgaande 5 jaren inwoner was van een van de andere landen, vindt artikel 35b, eerste of tweede lid, met betrekking tot regulier inkomen geen toepassing tot 1 januari 2002 indien ten aanzien van die natuurlijke persoon voor de inwerkingtreding van dit voorstel de artikelen 23b en 23c van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 van toepassing zijn. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt onder regulier inkomen verstaan inkomen als bedoeld in artikel 11, indien dit inkomen niet meer bedraagt dan eenmaal de belastbare winst - winst behaald met het staken van een voordien gedreven materiële onderneming daarbij niet mee gerekend - die de vennootschap geniet in het jaar voorafgaande aan dat waarin dat inkomen wordt genoten, of, zo dat meer is, 10% van de waarde in het economische verkeer van de bezittingen minus de schulden van de vennootschap aan het einde van dat voorafgaande kalenderjaar, alsmede inkomen als bedoeld in artikel 12, behoudens voor zover artikel 35b, vierde lid, daarop van toepassing is, inkomen als bedoeld in artikel 13, voor zover dat betrekking heeft op het kalenderjaar of een daaraan voorafgaand kalenderjaar, inkomen als bedoeld in artikel 15, vierde lid, en regulier inkomen als bedoeld in artikel 20.
2
Onverminderd het bepaalde in artikel 35b, zesde lid, vindt het eerste lid slechts toepassing indien de natuurlijke persoon een gecertificeerde verklaring van de bevoegde autoriteiten van de Nederlandse Antillen kan overleggen waarin wordt verklaard dat deze feitelijk inwoner was van de Nederlandse Antillen en dat ten aanzien van die natuurlijke persoon de artikelen 23b en 23c van de Landsverordening op de Inkomstenbelasting 1943 van toepassing zijn.
3
Voor de toepassing van artikel 35b, eerste of tweede lid, wordt een natuurlijke persoon als bedoeld in het eerste lid, met ingang van 1 januari 2002 geacht op 31 december 2001 inwoner van Nederland te zijn geweest.

Artikel III
1
Deze Rijkswet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2
Artikel I, onderdelen A, B, en E, vinden toepassing met ingang van 1 januari 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 13 december 1996
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën,
w
A. F. G. Vermeend
Uitgegeven de drieëntwintigste december 1996
De Minister van Justitie,
w
Sorgdrager