
Zeevaartbemanningswet
Artikel 8
1
De inspecteur-generaal neemt een besluit over elk van de ingediende bemanningssamenstellingen.
2
De inspecteur-generaal besluit tot afgifte van een bemanningscertificaat voor het betrokken schip, indien naar zijn oordeel met de voorgestelde bemanningssamenstelling
a
de veiligheid van het schip en de veilige en milieuverantwoorde vaart zijn gewaarborgd;
b
de voor de bemanning geldende normen voor arbeids- en rusttijden niet worden overschreden;
c
ook overigens aan de vereisten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, kan worden voldaan; en
d
wordt voldaan aan het krachtens artikel 64 bepaalde.
3
De scheepsbeheerder verstrekt desgevraagd nadere inlichtingen over het bemanningsplan.
4
De inspecteur-generaal kan de kapitein raadplegen alvorens te besluiten omtrent de afgifte van een bemanningscertificaat.
5
De inspecteur-generaal stelt ambtshalve de bemanningssamenstelling van het betrokken schip vast en geeft dienovereenkomstig een bemanningscertificaat af, indien hij van oordeel is, dat met de bemanningssamenstelling die door de scheepsbeheerder wordt voorgesteld niet of niet geheel kan worden voldaan aan het tweede lid, onderdelen a tot en met d.
6
De scheepsbeheerder verschaft de kapitein een afschrift van het bemanningsplan, dat is voorzien van de eventuele aanvullende gegevens die zijn verstrekt op grond van het derde lid, en dat behoort bij het geldige bemanningscertificaat.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.