Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Zorgverzekeringswet

 

Artikel 39
1
Er is een Zorgverzekeringsfonds.
2
Ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds komen:
a
de inkomensafhankelijke bijdragen, bedoeld in paragraaf 5.2, alsmede de daarmee verband houdende bestuurlijke boeten en renten;
b
de rijksbijdrage, bedoeld in artikel 54;
c
een rijksbijdrage als bedoeld in de artikelen 55 of 56;
d
een bedrag van iedere rekening, bedoeld in artikel 70, gelijk aan:
1
jaarlijks: de helft van de bijdragevervangende belastingen die degenen wier bijdragevervangende belastingen op die rekening werden gestort, over het voorafgaande kalenderjaar gezamenlijk verschuldigd waren, of zoveel minder als het saldo bedraagt;
2
voor iedere tot een huishouding als bedoeld in artikel 70, tweede lid, behorende gemoedsbezwaarde die alsnog verzekeringsplichtig wordt dan wel overlijdt: het saldo van de rekening gedeeld door het aantal tot de huishouding behorende gemoedsbezwaarden;
3
indien de rekening met toepassing van artikel 70, zevende lid, wordt opgeheven: het saldo van de rekening;
e
aan het College zorgverzekeringen betaalde bedragen ter gehele of gedeeltelijke voldoening van vorderingen als bedoeld in artikel 31, tweede lid;
f
de bijdragen en boeten, bedoeld in artikel 69;
g
de inkomsten die in verband met deze wet voortvloeien uit internationale overeenkomsten;
h
de door de zorgautoriteit van verzekeraars op grond van artikel 83 van de Wet marktordening gezondheidszorg geïnde dwangsommen, de ingevorderde boeten als bedoeld in de artikelen 86 tot en met 89 van die wet, alsmede de ingevorderde boeten als bedoeld in artikel 96 van deze wet, nadat deze zijn verminderd met de in het zesde lid van dat artikel bedoelde vergoeding.
3
Ten laste van het Zorgverzekeringsfonds komen:
a
de bijdragen, bedoeld in de artikelen 32, 33 en 34;
b
subsidies als bedoeld in artikel 68, inclusief vergoedingen als bedoeld in het tweede lid van dat artikel;
c
door het College zorgverzekeringen voldane vorderingen als bedoeld in artikel 31, eerste lid;
d
uitgaven in verband met molest als bedoeld in artikel 55, inclusief vergoedingen als bedoeld in het derde lid van dat artikel;
e
de uitgaven die in verband met deze wet voortvloeien uit internationale overeenkomsten;
f
uitkeringen als bedoeld in artikel 118a en de met de uitvoering van dat artikel gepaard gaande beheerskosten van het Centraal Administratiekantoor;
g
subsidies als bedoeld in artikel 123a.
4
Uit het Zorgverzekeringsfonds kunnen, volgens bij ministeriële regeling te stellen regels, middelen worden gebruikt voor het vormen en in stand houden van een voor de doelstelling van het fonds noodzakelijke reserve.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •